De instellingentoets gebruiken
Tik op
om de standaardmachine-instellingen (lichtsterkte,
volume, geluidsvolume, beginscherm, enz.) te wijzigen. Als u
andere instellingenschermen wilt weergeven, tikt u op
voor "Borduurinstellingen",
instellingen" of
voor "Instellingen voor draadloos LAN".
Memo
• De standaardmachine-instelling is gemarkeerd.
• Tik op
of
om een ander instellingenscherm
weer te geven.
■ Borduurinstellingen
voor "Algemene
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
A
1 De pagina die deze toets bevat wordt teruggezet naar de
standaardinstellingen.
2 U kunt een afbeelding van het huidige
instellingenscherm opslaan op een USB-medium.
3 U kunt de hulplijnen (middelpuntmarkering en raster)
opgeven voor het patroonweergavegebied. (pagina 123)
4 De kleurgegevens in het draadkleurvolgordescherm en
de gegevens over de naaldstangdraad kunnen worden
omgeschakeld naar de kleurnaam, het garenmerk en
kleurnummer of de borduurtijd. (pagina 123)
5 Naargelang de kleur van het borduurwerk kunt u de
achtergrondkleur van het patroonweergavegebied en de
miniaturen wijzigen, zodat ze beter zichtbaar en
gemakkelijker te selecteren worden.
6 Geeft aan of springsteken moeten worden afgeknipt of
niet. Daarnaast kunt u de lengte van de springsteken
opgeven. Wanneer u Tajima-borduurgegevens gebruikt
(.dst), kunt u opgeven of de draad wordt afgeknipt
volgens het opgegeven aantal springcodes. (pagina 123)
7 Geeft de lengte aan van korte steken die moeten worden
verwijderd. (pagina 124)
8 Geeft de lengte aan van de bovendraad die blijft
ingeregen in de naald nadat de draad is afgeknipt
(draadlengte die door het oog van de naald wordt
geleid). (pagina 124)
9 Geeft de afstand tussen het patroon en de rijgsteken op.
(pagina 124)
0 Geeft de acceleratie aan vanaf de initiële snelheid (bij
aanvang van het borduren) tot de maximale
borduursnelheid is bereikt.
Opmerking
• Als u de instellingen ["DST"-instelling] 6 of [Korte
steken verwijderen] 7 wijzigt, worden de nieuwe
instellingen toegepast op het volgende
borduurwerk.
A Een bepaalde kleur draad kan worden ingesteld voor een
bepaalde naaldstang. De opgegeven kleur blijft
toegewezen aan de naaldstang tot de instelling wordt
geannuleerd. Ook kunt u de maximale borduursnelheid
opgeven voor een naaldstang en automatisch
naaldinrijgen annuleren. Deze functie is niet toegankelijk
via het borduurscherm. (pagina 121)
B Selecteer of de stof al dan niet wordt weergegeven op
de achtergrond. (pagina 72)
C Wanneer de stof is gescand en wordt weergegeven als
achtergrondafbeelding, kunt u de dikte van de stof
controleren om ervoor te zorgen dat de camera de stof
goed detecteert. (pagina 74)
D Voordat u de stof scant om weer te geven als
achtergrondafbeelding voor een patroon of u de
ingebouwde camera gebruikt om een camerabeeld van
de stof weer te geven, moet u de instelling voor de
aanschuiftafelinstallatie selecteren. (pagina 73)
E Er kan een blauw kader worden weergegeven in het
borduurinstellingenscherm om aan te geven welk gebied
door de camera wordt gedetecteerd.
F Er kan een raster worden weergegeven in het
camerascherm om te helpen het patroon in de gewenste
hoek te zetten.
VOORBEREIDINGEN
B
C
D
E
F
25
1