d
Bevestig het jumboraam aan de machine.
e
Druk op
.
Opmerking
• Wanneer u met het jumboraam de borduurpositie
wijzigt, houd dan rekening met het formaat van het
gecombineerde patroon. U kunt de positie niet
wijzigen als dit groter is dan de borduurgegevens.
1 Borduurgebied
f
Tik op
en druk vervolgens op de "Start/
Stop"-toets om het eerste gedeelte van het patroon te
borduren.
g
Wanneer u klaar bent met het borduren van het eerste
gedeelte van het patroon, wordt u gevraagd te
bevestigen of het volgende gedeelte kan worden
geborduurd. Druk op
h
Een afbeelding van de naaldlocatie verschijnt op het
scherm. Het positiedetectievlak is omkaderd met een
rode lijn. Bevestig een borduurpositiesticker zodanig
dat deze binnen de rode lijn past en tik vervolgens op
.
1
1 Rode lijn
.
BORDUREN VOOR GEVORDERDEN
• Het positiedetectievlak bevindt zich onder de
ingebouwde camera.
1 Ingebouwde camera bevindt zich hier.
2 Bevestig de sticker in dit vlak.
i
Wanneer de ingebouwde camera de locatie van de
borduurpositiesticker heeft gedetecteerd, verschijnt de
volgende melding.
Opmerking
• Als de ingebouwde camera de locatie van de
borduurpositiesticker niet kan detecteren, wordt de
melding weergegeven dat de borduurpositiesticker
niet kan worden herkend. Druk op
herhaal de procedure te beginnen met stap
j
Verwijder het jumboraam van de machine. Draai het
borduurraam en bevestig het vervolgens aan de
machine.
Druk op
. Dan begint de machine de locatie
k
van de borduurpositiesticker te detecteren.
l
Wanneer de ingebouwde camera de locatie van de
borduurpositiesticker heeft gedetecteerd, verschijnt de
volgende melding. Druk op
3
en
h
.
.
141