h
Selecteer het tweede patroon B en tik vervolgens op
i
Tik op
en selecteer hoe u het patroon wilt verbinden.
→ Het scherm om de patroonverbinding in te stellen
verschijnt.
j
Druk op de positie waar het tweede patroon wordt
verbonden op het scherm. Druk vervolgens op
In dit voorbeeld drukt u op de rechterkant van het
eerste patroon.
• U kunt de positie van het tweede patroon aanpassen
met de hieronder beschreven toetsen.
110
.
1 Druk op het verbindingsgebied
2 Tweede patroon B
3 Eerste patroon A
4 Verplaats het tweede patroon.
Roteer het tweede patroon met de klok mee
in een boog met het eerste patroon als
middelpunt.
Roteer het tweede patroon tegen de klok in
in een boog met het eerste patroon als
middelpunt.
Roteer het tweede patroon 90 graden in
een boog met de klok mee.
→ De melding verschijnt op het scherm en de
borduurarm beweegt wanneer u op
Opmerking
• Het tweede patroon wordt zonder aanpassingen
automatisch verbonden met het eerste patroon.
Verander de positie van het tweede patroon
.
handmatig met
• U kunt het tweede patroon verplaatsen met uw
vinger of de meegeleverde touch-pen.
• Met
,
uitlijnen met de hoek van het midden van het eerste
patroon, wanneer u de verbindingspositie van het
patroon verandert.
k
Bereid twee borduurpositiestickers voor.
Volg de aanwijzingen op het scherm om deze twee
stickers te bevestigen aan de stof, zodat de camera de
positiemarkeringen kan detecteren.
Opmerking
• Gebruik de borduurpositiestickers die worden
meegeleverd met dit product of koop extra stickers
(zie "Optionele accessoires" op pagina 14) bij uw
Brother-dealer. Andere stickers worden mogelijk
niet herkend door de camera.
3
1
2
4
tikt.
.
of
kunt u het patroon