k
Controleer het borduurscherm en rijg de bovendraden
in. (pagina 81)
l
Begin met borduren. (pagina 87)
Kaderpatronen
Druk op
.
a
b
Selecteer de gewenste vorm voor het kader in de
bovenste tabs.
→ De kaderpatronen worden hieronder weergegeven.
1
2
1 Kadervormen
2 Kaderpatronen
c
Tik op het gewenste kaderpatroon.
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
d
Druk op
.
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
e
Volg de procedure vanaf stap
"Borduurpatronen" op pagina 36.
e
l
tot
van
Borduursteken/grote knoopsgatpatronen
a
Druk op
.
b
Selecteer de gewenste categorie borduursteken of
grote knoopsgatpatronen.
→ De lijst met patronen van de geselecteerde categorie
verschijnt.
c
Selecteer een patroon.
→ Het geselecteerde patroon wordt weergegeven in het
patroonweergavegebied.
Bewerk het patroon indien nodig.
d
1
1 De grote knoopsgatpatronen kunt u in kleine,
middelgrote en grote afmetingen selecteren.
2 Spiegel het patroon horizontaal.
e
Druk op
.
→ Het patroonbewerkingsscherm wordt weergegeven.
f
Volg de procedure vanaf stap
"Borduurpatronen" op pagina 36.
BORDUURBEGINSELEN
2
e
l
tot
van
37
2