De positie van een sticker wijzigen
Als het geselecteerde patroon of de borduurpositiestickers
voor het verbinden met het volgende patroon niet
gemakkelijk in het borduurgebied passen, verplaatst u de
positiestickers volgens de aanwijzingen op het scherm dat
m
verschijnt na stap
op pagina 111.
De aanwijzingen op het scherm verschijnen bijvoorbeeld
wanneer u een borduurraam van 10 cm × 10 cm (4 inch ×
4 inch) gebruikt om patronen te verbinden zoals hieronder
aangegeven.
a
m
a
Zie stap
t/m
van "Drie patronen verbinden" op
pagina 109 als u het borduurraam van 100 mm ×
100 mm (4 inch × 4 inch) gebruikt om het eerste
patroon te borduren en te verbinden met het tweede
patroon.
Opmerking
a
m
• Let bij stap
t/m
verbinden" op pagina 109 op dat u de
patroonpositie selecteert die bij deze oefening past.
114
1 Patroon A
2 Patroon B
van "Drie patronen
b
Onderstaande melding verschijnt in stap
volgende patroon of de bevestigde
borduurpositiestickers bijna buiten het borduurgebied
vallen. Volg de aanwijzingen en druk op
1 Borduurgebied
1 Patroon dat daarna wordt geborduurd
2 Borduursjabloon
Opmerking
• Als er wordt weergegeven dat de
borduurpositiesticker niet is herkend, plaatst u de stof
opnieuw in het borduurraam volgens de instructies op
het scherm en tikt u vervolgens op
c
Nadat de positiestickers zijn gedetecteerd, verschijnt
de melding dat de borduurpositiestickers zijn herkend.
Tik op
en verwijder vervolgens de stickers.
Bevestig de twee borduurpositiestickers opnieuw volgens de
d
aanwijzingen op het scherm, en wel zo dat het volgende
patroon of de positiemarkeringen in het borduurgebied passen.
→ Druk op
zodat de camera de eerste
positiesticker detecteert.
n
als het
.
1
.