N.
ITEM
Voor- en
25
✻
achterremschakelaar
Bewegende delen
26
en kabels
Gaskabelhuis en
27
✻
gaskabel
28
✻
Luchtinlaatsysteem
Uitlaatdemper en
29
✻
uitlaatpijp
Lampen,
30
✻
richtingaanwijzers
en schakelaars
OPMERKING:
G Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
G Hydraulisch remsysteem
G
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen
G
en de remvloeistof worden ververst.
G
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT
• Controleer de werking.
• Smeren.
• Controleer de werking en speling.
• Stel indien nodig de speling af.
• Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.
• Controleer de luchtafsluitklep, de membraanklep
en de slang op beschadiging.
• Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.
• Controleer of de schroefklem goed vastzit.
• Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
KILOMETERSTAND (x 1000 km)
1
√
√
√
6-5
6-5
10
20
30
40
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
√
JAARLIJKSE
CONTROLE
1
√
2
√
3
√
4
√
5
6
√
7
8
9
10