Pagina 1
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. HANDLEIDING MTN1000 B67-F8199-D1 0...
Pagina 2
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de machine te blijven als deze wordt verkocht. YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD. 1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan...
Welkom in de wereld van Yamaha! Als eigenaar van de MTN1000 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Pagina 4
Belangrijke informatie in de handleiding DAU10134 Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen: Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of overlijden te voorkomen.
Veiligheidsinformatie DAU1028B moeten les krijgen van een gediplo- daar doen ongelukken met motor- meerd instructeur. Neem contact op fietsen zich namelijk het meest met een bevoegde motorfietsdealer voor. Wees een verantwoordelijke eigenaar voor informatie over rijlessen bij u in de •...
Pagina 9
Veiligheidsinformatie bent met de motor en zijn bedie- passagier mee die niet in staat is om uw benen, enkels en voeten bedekt. ning. beide voeten stevig op de passa- De motor en het uitlaatsysteem kun- Ongelukken worden vaak veroorzaakt giersvoetsteunen te zetten.
Pagina 10
Yamaha accessoires, die alleen verkrijg- Beladen verdeel het gewicht zo gelijkmatig mo- baar zijn bij de Yamaha dealer, zijn door Het monteren van accessoires of het ver- gelijk over beide zijden om onbalans of Yamaha ontwikkeld, getest en goedge- voer van bagage kan een negatief effect instabiliteit te minimaliseren.
Pagina 11
Veiligheidsinformatie verkrijgbare accessoires of aanpassings- moeten zo licht mogelijk zijn en tot werden geleverd, zijn ontworpen om de mo- sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke een minimum worden beperkt. gelijkheden van de motorfiets te ondersteu- veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het •...
Pagina 12
Veiligheidsinformatie delen die kunnen afbreken). Kies de plaats voor de spanbanden zorgvuldig om te voorkomen dat deze tijdens het transport schuurplekken op de lak ver- oorzaken. Zorg indien mogelijk dat de vering iets door de spanbanden wordt ingedrukt, zodat de motorfiets tijdens het trans- port niet overmatig kan stuiteren.
Speciale kenmerken DAU74041 cruise control “ ” links op het stuur. Cruise control Het controlelampje voor cruise control Dit model is uitgerust met cruise control, dat “ ” gaat aan. een ingestelde kruissnelheid handhaaft. 2. Druk op de “SET–”-zijde van de instel- De cruise control werkt alleen bij het rijden schakelaar voor cruise control om de in de 4e, 5e of 6e versnelling met snelheden...
Pagina 17
Speciale kenmerken instellen door te drukken op de “SET–”-zijde Automatische uitschakeling van cruise con- OPMERKING van de instelschakelaar. Als u geen nieuwe trol De rijsnelheid gaat dalen zodra cruise con- kruissnelheid instelt en gas terugneemt, De cruise control voor dit model wordt elek- trol wordt uitgeschakeld, als tenminste niet remt de machine af tot de eerder ingestelde tronisch geregeld en is gekoppeld aan de...
Speciale kenmerken of de machine in goede staat verkeert. DAU74053 De huidige rijmodus wordt opgeslagen D-mode (rijmodus) Voordat u de cruise control opnieuw ge- wanneer de machine wordt uitgescha- D-mode is een elektronisch geregeld motor- bruikt, moet u deze inschakelen met de keld.
Speciale kenmerken DAU73913 Tractieregeling De tractieregeling (TCS) draagt bij aan het behouden van grip bij het optrekken op gladde oppervlakken, zoals onverharde of natte wegen. Wanneer sensoren detecte- ren dat het achterwiel begint te slippen (on- gecontroleerde slip), grijpt de tractieregeling in door het motorvermogen te reguleren tot- dat de grip is hersteld.
Pagina 20
De modus TCS “2” biedt een gemiddeld on- keurig kunnen regelen. Yamaha dealer. dersteuningsniveau. Selecteer deze modus voor normaal rijden op de weg. 4. Laat een Yamaha dealer het voertuig De tractieregeling terugstellen nakijken en het controlelampje “ ” TCS “3”...
Speciale kenmerken DAU79480 Snelschakelsysteem Het snelschakelsysteem (QS) maakt bij volgas elektronisch ondersteund opschake- len zonder koppelingshendel mogelijk. Als de schakelschakelaar beweging van het schakelpedaal (pagina 4-16) detecteert, worden het motorvermogen en aandrijfkop- pel tijdelijk aangepast om het opschakelen mogelijk te maken. OPMERKING ...
Stel de sleutels nooit bloot aan ex- daarom met alle drie sleutels naar een treem hoge temperaturen. Yamaha dealer om deze opnieuw te laten Leg de sleutels nooit vlakbij magne- coderen. Gebruik de sleutel met het rode tische voorwerpen (zoals bijvoor- bovendeel niet om met het voertuig te rij- beeld speakers enz.).
Functies van instrumenten en bedieningselementen DAU10474 parkeerlicht gaan branden en de motor kan Om het stuur te vergrendelen Contactslot/stuurslot worden gestart. De sleutel kan niet worden uitgenomen. OPMERKING De koplampen gaan automatisch branden als de motor wordt gestart en blijven aan totdat de sleutel naar “OFF”...
Functies van instrumenten en bedieningselementen Rechts Om het stuur te ontgrendelen DAU66054 Stuurschakelaars Links 1. Stop/Run/Start-schakelaar “ ” 1. Drukken. 2. Modus-schakelaar “MODE” 2. Draaien. 3. Schakelaar alarmverlichting “ ” 1. Selectieschakelaar “SELECT” Druk de sleutel in de stand “LOCK” in en 2.
Functies van instrumenten en bedieningselementen terug naar de middenstand. Om de richting- tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers). DAU4939C Controlelampjes en aanwijzers uit te schakelen wordt de scha- De alarmverlichting wordt gebruikt in een waarschuwingslampjes kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in noodgeval of om andere verkeersdeelne- de middenstand.
Pagina 26
Yamaha-dealer om het voertuig te controle- dat het kort is uitgegaan, en dan blijven blijft het lampje branden, laat het elektrisch ren. circuit dan door een Yamaha dealer contro- branden totdat de motor is gestart. Als het waarschuwingslampje niet gaat leren.
Pagina 27
Als het lampje niet gaat bran- (Zie pagina 4-17 voor uitleg over de werking troleren. den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha van het ABS-systeem.) Het elektrisch circuit voor het waarschu- dealer om de machine te controleren.
Pagina 28
Yamaha dealer contro- naar “ON” te draaien. Het controlelampje breng dan de machine en alle 3 sleu- leren.
Functies van instrumenten en bedieningselementen risico op een ongeval. DAU79182 Multifunctionele meter De multifunctionele meter biedt de volgen- de voorzieningen: een snelheidsmeter een toerenteller een klok een brandstofniveaumeter een weergave koelvloeistoftempera- tuur/luchttemperatuur een eco-controlelampje ...
Pagina 30
Functies van instrumenten en bedieningselementen Snelheidsmeter motortoerental controleren en dit binnen het 2. Houd de “CLOCK”-toets twee secon- ideale bereik houden. den ingedrukt. Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid, 3. Als de uuraanduiding begint te knippe- slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe- ren, drukt u op de “RESET”-toets om rental en keert daarna weer terug naar nul de uren in te stellen.
Pagina 31
Als er een probleem wordt gedetecteerd in het elektrische circuit, gaan de segmenten van de brandstofniveaumeter en “ ” knip- peren. Als dit zich voordoet, vraag dan een Yamaha dealer de machine te controleren. Weergave koelvloeistoftemperatuur/ luchttemperatuur 1. Weergave koelvloeistoftemperatuur 1. Luchttemperatuurweergave...
Pagina 32
Functies van instrumenten en bedieningselementen Eco-controlelampje Aanduiding ingeschakelde versnelling Rijmodusweergave 1. Eco-controlelampje “ECO” 1. Vrijstandcontrolelampje “ ” 1. Rijmodusweergave 2. Aanduiding ingeschakelde versnelling Dit controlelampje gaat aan wanneer de Deze weergave geeft aan welke rijmodus is machine wordt gebruikt op een milieuvrien- geselecteerd: “1”, “2”...
Pagina 33
9999.9 is – –.– MPG ODO en is het snelschakelsysteem niet beschik- bereikt. baar. Vraag een Yamaha dealer de machi- Als het laatste segment van de brandstofni- ne te controleren. veaumeter begint te knipperen, wisselt de...
Pagina 34
Functies van instrumenten en bedieningselementen Modus huidig brandstofverbruik serve-ritteller “TRIP F” en wordt de afgeleg- tegelijkertijd ingedrukt. de afstand vanaf dat punt aangegeven. OPMERKING Druk in dat geval op de “SELECT”-schake- Bij snelheden onder 20 km/h (12 mi/h) laar om de weergave te wisselen in de on- wordt “–...
Pagina 35
Functies van instrumenten en bedieningselementen Instelfunctie voor displayhelderheid en hoeveelheid brandstof die nodig is om kelcontrolelampje: schakelcontrolelampje 100 km af te leggen wordt weergege- Via deze functie kiest u het motortoe- ven. rental waarbij het controlelampje ge- “AVE – –.– MPG”: De gemiddelde af- deactiveerd zal worden.
Pagina 36
Functies van instrumenten en bedieningselementen Om de stijl van het schakelcontrolelampje in stappen van 200 tpm. Om de helderheid van het schakelcontrole- te stellen lampje in te stellen 1. Druk de “RESET”-toets in om het mo- 1. Druk op de “RESET”-toets om een van 1.
Functies van instrumenten en bedieningselementen DAU12822 DAU76301 DAU26825 Koppelingshendel Schakelpedaal Remhendel 1. Koppelingshendel 1. Schakelpedaal 1. “ ”-merkteken 2. Stelwiel afstelpositie remhendel De koppelingshendel bevindt zich aan de Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin- 3. Remhendel linkerzijde van het stuur. Trek de hendel kerzijde van de motorfiets en wordt in com- 4.
Er is echter speciaal Houd altijd een veilige afstand tot voor- gereedschap vereist, dus neem con- liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust tact op met uw Yamaha dealer. met ABS. Het ABS-systeem functioneert het DCA20100 LET OP effectiefst over lange remwegen.
Functies van instrumenten en bedieningselementen DAU13075 sleutel niet worden uitgenomen als de tank- Tankdop dop niet correct gesloten en vergrendeld is. DWA11092 WAARSCHUWING Na het tanken moet de tankdop goed worden aangedraaid. Door brandstoflek- kage ontstaat brandgevaar. 1. Opneemring voorwielsensor 2.
Functies van instrumenten en bedieningselementen terechtkomt, was deze dan af met water DAU13222 Brandstof en zeep. Als u benzine op uw kleding morst, trek dan andere kleding aan. Controleer of er voldoende brandstof in de brandstoftank aanwezig is. DWA10882 DAU75300 WAARSCHUWING Benzine en benzinedampen zijn zeer Voorgeschreven brandstof:...
Controleer bij het tanken of het vulpi- Zie pagina 7-10 voor informatie over het be- stool dezelfde markering draagt. luchtingssysteem. Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het Alvorens de motorfiets te gebruiken: gebruik van loodvrije superbenzine met een Controleer de aansluiting van de tank- octaangetal van RON 95 of hoger.
Functies van instrumenten en bedieningselementen bracht aan de uitlaatkatalysator. DAU13434 DAU57991 Uitlaatkatalysator Zadel Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly- Verwijderen van het zadel sator. DWA10863 1. Open de zadelslotafdekking, steek de WAARSCHUWING sleutel in het zadelslot en draai deze Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo- vervolgens linksom.
Functies van instrumenten en bedieningselementen DAU70410 Afstellen van de voorvork DCA22471 LET OP Let erop dat u de goudkleurig ge- anodiseerde afwerking niet bescha- digt bij het afstellen van de vering. Probeer nooit voorbij de maximum- of minimuminstellingen te draaien om schade aan de interne mecha- nismen van de vering te voorko- 1.
Pagina 44
Functies van instrumenten en bedieningselementen pingsinstelmechanisme te controleren en de specificaties dienovereenkomstig aan te passen. 1. Stelbout uitgaande demping 1. Stelbout ingaande demping Afstelling uitgaande demping: Afstelling ingaande demping: Minimum (zacht): Minimum (zacht): 14 klik(ken) in de richting (b)* 23 klik(ken) in de richting (b)* Standaard: Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)*...
Verricht de afstelling met de speci- schokdemperunit niet zelf weg. ale sleutel in de boordgereed- Breng de schokdemperunit voor elk schapsset. onderhoud naar een Yamaha-dea- ler. 1. Afstand A DCA10102 LET OP Probeer nooit voorbij de maximum- of minimuminstellingen te draaien om...
Pagina 46
Functies van instrumenten en bedieningselementen Veervoorspanning: Minimum (zacht): Afstand A = 77.5 mm (3.05 in) Standaard: Afstand A = 81.5 mm (3.21 in) Maximum (hard): Afstand A = 85.5 mm (3.37 in) 3. Draai de borgmoer vast met het voor- geschreven aanhaalmoment.
Functies van instrumenten en bedieningselementen ties. DAU15152 Bagageriembevestiging 1. Stelschroef langzame ingaande demping Instelling langzame ingaande dem- 1. Bagageriembevestiging ping Aan elke passagiersvoetsteun zit een baga- Minimum (zacht): geriembevestiging. 18 klik(ken) in de richting (b)* Standaard: 12 klik(ken) in de richting (b)* Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)* * Met de stelschroef volledig gedraaid...
DAU49453 EXUP-systeem Gelijkstroom aansluitcontact sluitcontact voor accessoires voor accessoires Dit model is uitgerust met het Yamaha 1. Draai de sleutel naar “OFF”. EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat- 2. Verwijder het deksel van het aansluit- DWA14361 druk). Dit systeem verhoogt het motorver- WAARSCHUWING contact.
Contro- leer dit systeem daarom regelmatig en laat het repareren door een Yamaha dea- ler als de werking niet naar behoren is. 4-28...
Pagina 50
1. Beweeg de zijstandaard omlaag. Als zich een storing voordoet, vraag dan 2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan. alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer 3. Draai de sleutel naar aan. het systeem te controleren. 4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
7-13 niveau. • Controleer het koelsysteem op lekkage. • Controleer de werking. • Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten. • Controleer de remblokken op slijtage. Voorrem • Vervang indien nodig.
Pagina 52
• Controleer de vrije slag van de gasgreep. Gasgreep 7-17, 7-26 • Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren. • Controleer of de werking soepel is.
Pagina 53
• Zet indien nodig vast. Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking. signaleringssysteem en — • Corrigeer indien nodig. schakelaars • Controleer de werking van het startspersysteem. Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te 4-28 controleren.
een functie of bedieningselement niet be- De versnellingsbak staat in de vrij- motor afslaat bij kanteling. In dat geval grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit- stand. gaat ook het waarschuwingslampje leg. De versnellingsbak staat in een ver-...
Als dit niet ge- bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op- beurt, vraag dan een Yamaha dealer getrokken. het elektrische circuit na te kijken. 3. Start de motor door op de “...
Gebruik en belangrijke rij-informatie DCA23990 DAU16811 DAU16842 Tips voor een zuinig Inrijperiode LET OP brandstofverbruik De belangrijkste periode in de levensduur Rijd niet lange tijd met afgezette van het motorblok is de tijd tussen 0 en motor, ook niet met de versnellings- Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk 1600 km (1000 mi).
Als tijdens de inrijperiode motor- dus op een plek waar voetgangers schade optreedt, vraag dan direct of kinderen niet gemakkelijk met een Yamaha dealer de machine te deze onderdelen in aanraking kun- controleren. nen komen en brandwonden kun- nen oplopen.
Als u niet bekend bent met voertuigonderhoud, laat het onderhoud dan uitvoeren door uw Yamaha dealer. DWA15123 WAARSCHUWING Zet voor het uitvoeren van onderhoud de...
Periodiek onderhoud en afstelling DAU73410 OPMERKING Boordgereedschapsset Laat een Yamaha dealer onderhoud ver- richten als u niet beschikt over het gereed- schap of de ervaring die voor bepaalde werkzaamheden vereist zijn. 1. Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich aan onderkant zadel.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi). Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed- schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn. DAU71051...
Pagina 61
Periodiek onderhoud en afstelling KILOMETERSTAND CONTROLE OF JAARLIJKSE ITEM 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km ONDERHOUDSBEURT CONTROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) Uitstootcontrolesy- • Controleer het controlesysteem steem voor benzine- op beschadiging.
(18000 mi) (24000 mi) • Voer dynamische inspectie uit met Diagnostische Yamaha diagnosegereedschap. systeemcontrole • Controleer de storingscodes. 2 * Luchtfilterelement • Vervangen. Elke 40000 km (24000 mi) • Controleer de werking. ...
Pagina 63
Periodiek onderhoud en afstelling KILOMETERSTAND CONTROLE OF JAARLIJKSE ITEM 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km ONDERHOUDSBEURT CONTROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op speling of 10 * Wiellagers beschadigingen.
Pagina 64
Periodiek onderhoud en afstelling KILOMETERSTAND CONTROLE OF JAARLIJKSE ITEM 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km ONDERHOUDSBEURT CONTROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer op een correcte 22 * Voorvork werking en olielekkage.
Pagina 65
Periodiek onderhoud en afstelling KILOMETERSTAND CONTROLE OF JAARLIJKSE ITEM 1000 km 10000 km 20000 km 30000 km 40000 km ONDERHOUDSBEURT CONTROLE (600 mi) (6000 mi) (12000 mi) (18000 mi) (24000 mi) • Controleer werking en vrije slag. • Stel de vrije slag van de gaskabel Gasgreephuis en 31 * ...
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit- De bougiedop is mogelijk lastig te ver- ting en neerslag altijd langzaam slijten, wijderen omdat de rubber afdichting aan moeten de bougies worden verwijderd en het uiteinde stevig vastzit.
Periodiek onderhoud en afstelling DAU36112 Controleer de slangen en de filterbus DAU73971 Filterbus Motorolie en oliefilterpatroon op barsten of beschadiging. Vervang Vóór iedere rit moet het motorolieniveau indien beschadigd. worden gecontroleerd. Verder moet de olie Controleer de ontluchtingsinrichting worden ververst en de oliefilterpatroon wor- van de filterbus op verstopping en rei- den vervangen volgens de intervalperioden...
Pagina 68
1. Oliefilterpatroon 2. Merkstreep maximumniveau 2. Oliefiltersleutel 3. Merkstreep minimumniveau OPMERKING 4. Als de motorolie bij of beneden de De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel merkstreep voor minimumniveau leveren. staat, vul dan voldoende olie, van de aanbevolen soort, bij tot het correcte 5.
Pagina 69
Zet de motor direct af als het waarschu- Veeg enige gemorste olie af nadat de motor wingslampje oliedruk knippert of blijft en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld. branden en laat het voertuig controleren door een Yamaha-dealer, zelfs als het 1. Momentsleutel 7-12...
Periodiek onderhoud en afstelling olieniveau in orde is. DAU20071 Koelvloeistof 10. Zet de motor af en wacht een paar mi- Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau nuten tot de olie tot rust is gekomen. worden gecontroleerd. Ook moet de koel- Controleer dan het olieniveau en corri- vloeistof worden ververst volgens de inter- geer indien nodig.
Pagina 71
Als er water aan de koelvloeistof is toegevoegd, laat dan een Yamaha dealer zo snel mogelijk het anti- 1. Aftapplug koelvloeistof vriesgehalte van de koelvloeistof 2.
Pagina 72
Periodiek onderhoud en afstelling clip los te halen. reservoir B en het koelvloeistofreser- voir door de bouten los te halen. 1. Dop koelvloeistofreservoir 1. Drukclip 2. Koelvloeistofreservoir 1. Bout 2. Kap koelvloeistofreservoir A 8. Spoel het koelsysteem nadat alle koel- 2.
Pagina 73
19. Start de motor en controleer dan of er- 11. Giet de voorgeschreven hoeveelheid gens aan de machine lekkage te zien van de gespecificeerde koelvloeistof in is. Vraag in dat geval een Yamaha de radiator en het koelvloeistofreser- dealer het koelsysteem te controleren. voir.
Het luchtfilterelement moet worden vervan- Controleer het stationair toerental en laat gen volgens de intervalperioden vermeld in het indien nodig door een Yamaha dealer Meet de vrije slag van de gasgreep zoals het periodieke smeer- en onderhoudssche- bijstellen. getoond.
250 kPa (2.50 kgf/cm , 36 psi) motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko- latief klein contactoppervlak met het weg- Achter: men moet de klepspeling door een Yamaha dek. Het is daarom essentieel om de 290 kPa (2.90 kgf/cm , 42 psi) 2 personen:...
Pagina 76
3. Bandventieldop met afdichting Voor elke rit moeten de banden worden ge- aan een Yamaha dealer, die over de controleerd. Als de bandprofieldiepte op het Dit model is uitgerust met tubeless banden nodige vakkundige kennis en erva- midden van de band de vermelde limiet en bandventielen.
Laat in geval van schade het wiel Bij andere banden is het risico op door een Yamaha dealer vervangen. een klapband bij zeer hoge rijsnel- Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder Probeer het wiel nooit zelf te repare- heden niet denkbeeldig.
Aan het uiteinde van de remhendel mag 1. Vrije slag van koppelingshendel geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch 2. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea- ler het remsysteem inspecteren. Vrije slag van koppelingshendel: DWA14212 5.0–10.0 mm (0.20–0.39 in)
De remblokken in de voor- en achterrem ten nét voordat de remmen aangrijpen. Laat moeten worden gecontroleerd op slijtage de remlichtschakelaars indien nodig door volgens de intervalperioden voorgeschre- een Yamaha dealer afstellen. ven in het periodieke smeer- en onder- houdsschema. DAU36891 Remblokken voorrem 1.
Periodiek onderhoud en afstelling Achterrem dan een Yamaha dealer de remblokken als DAU22582 Controleren van set te vervangen. remvloeistofniveau Controleer alvorens te gaan rijden of de DAU48071 Remblokken achterrem remvloeistof boven de merkstreep voor mi- nimumniveau staat. Meet het remvloeistof- niveau en let erop dat de bovenzijde van het reservoir horizontaal staat.
DAU22762 Remvloeistof verversen Spanning aandrijfketting rubberafdichtingen beschadigd ra- ken met lekkage tot gevolg. Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof De spanning van de aandrijfketting moet Vul bij met hetzelfde type remvloei- te verversen volgens de intervalperioden voorafgaand aan elke rit worden gecontro- stof.
Pagina 82
1. Wielasmoer Om de spanning van de aandrijfketting 2. Aandrijfkettingspanner af te stellen 3. Stelbout spanning aandrijfketting Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u 4. Borgmoer de spanning van de aandrijfketting afstelt. 5. Uitlijnmerktekens 1. Draai de wielasmoer los en draai dan de borgmoeren los aan beide zijden 3.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha worden gesmeerd. Vraag een Yamaha smeer- en onderhoudsschema, anders zal dealer worden gesmeerd volgens de inter-...
Periodiek onderhoud en afstelling Schakelpedaal DAU44276 DAU23144 Controleren en smeren van rem- Rem- en koppelingshendels en schakelpedalen controleren en smeren De werking van het rem- en het schakelpe- De werking van de rem- en de koppelings- daal moet voorafgaand aan elke rit worden hendel moet voorafgaand aan elke rit wor- gecontroleerd en de pedaalscharnierpun- gecontroleerd...
WAARSCHUWING Als de zijstandaard niet soepel omhoog en omlaag beweegt, vraag dan een Yamaha dealer deze te controleren of te repareren. Een slecht functionerende zij- standaard kan het wegdek raken en u af- leiden, waardoor u de controle over de machine kunt verliezen.
Als grond houd deze rechtop. Yamaha dealer te repareren of te contro- WAARSCHUWING! Ondersteun de speling wordt gevoeld, vraag dan een leren. machine zorgvuldig om omvallen Yamaha dealer het stuursysteem te in-...
De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie naaf speling vertoont of het wiel niet soepel voldoende ventilatie bij acculaden pagina 4-21.) draait, vraag dan een Yamaha dealer de in een afgesloten ruimte. Dit model is voorzien van een VRLA (Valve wiellagers te controleren.
Periodiek onderhoud en afstelling Regulated Lead Acid)-accu is een speci- DCA16531 DAU73993 De zekeringen vervangen LET OP ale acculader (met constante spanning) vereist. Bij gebruik van een conventione- De hoofdzekering en de ABS-motorzeke- Houd de accu steeds opgeladen. Stallen le acculader raakt de accu beschadigd. ring bevinden zich onder het zadel.
Pagina 89
Periodiek onderhoud en afstelling zijpaneel B. 1. Kap van startmotorrelais 1. Drukclip 1. Linkerzijpaneel B 2. Linkerzijpaneel A De zekeringkastjes met de zekeringen voor 2. Ring afzonderlijke circuits bevinden zich achter OPMERKING 3. Bout de linker zijpanelen. De drukclips worden verwijderd door de pen Om toegang te krijgen tot de zekeringen- in te drukken en dan de drukclip los te trek- kastjes verwijdert en monteert u het linker...
Pagina 90
Periodiek onderhoud en afstelling Vervang een zekering als volgt als deze is 1. Zekering ontstekingssysteem 1. Zekering van de ABS-solenoïdeklep doorgebrand. 2. Zekering signaleringssysteem 2. Zekering brandstofinjectiesysteem 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en 3. ABS ECU-zekering 3. Zekering elektronische smoorklep schakel het betreffende elektrische cir- 4.
50.0 A werkt. Aansluitzekering 1: 4. Als de zekering direct opnieuw door- 2.0 A Koplampzekering: brandt, vraag dan een Yamaha dealer 10.0 A het elektrisch systeem te controleren. Zekering signaleringssysteem: 7.5 A Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A...
1. Onderhoudsstandaard (voorbeeld) nen controleren. Ga met uw motorfiets echter wel naar een Yamaha dealer als re- Dit model is niet voorzien van een midden- paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige bok, gebruik daarom onderhoudsstan-...
Bedien de elektrische startknop. elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Verwijder de bougies en controleer de elektroden. De motor start niet. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren. Droog Controleer de compressie. 4. Compressie De motor start niet.
Pagina 94
Controleer het Wacht tot de koelvloeistofniveau in het motor is afgekoeld. reservoir en in de radiator. Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem Het koelvloeistofniveau is te controleren en te repareren als de motor opnieuw in orde. oververhit raakt.
Er kan roestvorming en corrosie matkleurige onderdelen. Raadpleeg een ontvettingsmiddelen. Als dergelijke optreden, ook al zijn hoogwaardige compo- Yamaha dealer voor advies over wat producten toch worden gebruikt nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt voor producten gebruikt moeten worden...
Pagina 96
Verzorging en stalling van de motorfiets Gebruik geen bijtende chemische rens te reinigen een paar minuten met een laatdemper die als volgt speciale verzorging reinigingsmiddelen op kunststof vochtige doek wordt bedekt. nodig heeft. delen of op de uitlaatdemper. Ver- ...
Voorkom corrosie door de machine OPMERKING vorens deze te stallen of af te dekken. niet te stallen in een vochtige kel- Vraag een Yamaha dealer om advies DWA11132 der, een stal (i.v.m. de aanwezig- WAARSCHUWING over de te gebruiken producten.
Pagina 98
Verzorging en stalling van de motorfiets bilisatoradditief (indien verkrijgbaar) pedalen en van de zijstandaard/mid- toe om roestvorming in de tank en ach- denbok. teruitgang van de brandstof te voorko- 5. Controleer de bandenspanning, corri- men. geer deze indien nodig en breng dan 3.
Deze identificatienummers zijn nodig voor de kentekenregistratie van het voertuig in uw land en voor het bestellen van reserveon- derdelen bij een Yamaha dealer. VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER: 1. Voertuigidentificatienummer 1. Serienummer motorblok Het voertuigidentificatienummer is ingesla- Het motorblokserienummer is ingeslagen in gen op de balhoofdbuis.
Informatie over brandstofinspuiting en sticker in het daartoe bestemde vakje. Deze emissie informatie is nodig om reserve-onderdelen te bestellen bij een Yamaha dealer. Yamaha deelt deze gegevens niet met an- dere partijen, behalve: Met toestemming van de voertuigeige- naar ...
Index Aandrijfketting, reinigen en smeren ..7-26 Filterbus........... 7-10 Rem- en koppelingshendels, controleren ABS............4-17 en smeren..........7-27 ABS-waarschuwingslampje .......4-6 Rem- en schakelpedalen, controleren Gasgreep en gaskabel, controleren en Accu ............7-30 en smeren..........7-27 smeren ..........7-26 Achterbrugscharnierpunten, smeren..7-28 Remhendel..........4-16 Gegevensregistratie, voertuig....10-2 Remlichtschakelaars .......
Pagina 105
Index Tankdop...........4-18 Tractieregeling...........3-4 Uitlaatkatalysator ........4-21 Veiligheidsinformatie .........1-1 Verzorging ..........8-1 Voertuigidentificatienummer ....10-1 Voertuigverlichting ........7-34 Voor- en achterremblokken controleren ..........7-22 Voorvork, afstellen........4-22 Voorvork, controleren ......7-29 Vrije slag koppelingshendel, afstellen ..7-21 Vrije slag van gasgreep, controleren ..7-17 Vrije slag van remhendel, controleren ..7-21 Vrijstandcontrolelampje ......4-5 Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ......4-5...
Pagina 108
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing PRINTED IN THE NETHERLANDS 2017.01...