PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
1. Luchtfilterelement
4
LET OP:
5
G Controleer of het luchtfilterele-
ment correct in het luchtfilter-
6
huis is geplaatst.
G Laat de motor nooit draaien
7
zonder dat het luchtfilterele-
ment aanwezig is, dat kan lei-
8
den tot overmatige slijtage bij
de zuiger(s) en/of de cilinder(s).
9
4. Monteer het luchtfilterdeksel door
de schroeven aan te brengen.
10
Reinigen van de
luchtfilteraftapslangen
DCA10480
1. Aftapslang luchtfilter
1. Controleer de getoonde aftap-
slangen op opgehoopt vuil, water
of olie.
2. Als u vuil, water of olie in één van
beide aftapslangen ziet, verwijder
dan de aftapslang en reinig deze.
Breng de slang vervolgens weer
aan in de oorspronkelijke positie.
Afstellen van het stationair
toerental
1. Stationair stelschroef
Het stationair toerental moet als volgt
worden gecontroleerd en eventueel
afgesteld volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze af-
stelling te verrichten.
OPMERKING:
De motor is voldoende warm als deze
snel reageert op de gasbediening.
6-14
DAU34300