Accu opladen
Waarschuwing
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de accu altijd volledig
geladen is (soortelijk gewicht 1.265). Dit is vooral
belangrijk om beschadiging van de accu bij temperaturen
beneden 0 C te voorkomen.
1. Verwijder de accu uit de machine; zie Accu
verwijderen, blz. 50.
2. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn geplaatst.
3. Laad de accu gedurende minstens een uur op bij 6–10 A.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de
oplaadkabels los van de accuklemmen (Fig. 67).
4
2
Figuur 67
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
5. Monteer de accu in de machine en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren, blz. 50.
Opmerking: Gebruik de machine nooit wanneer de accu is
losgekoppeld om beschadigingen aan het elektrische
systeem te voorkomen.
3
1
m–4970
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
51
Grasgeleider vervangen
Waarschuwing
Als een afvoeropening niet is afgesloten, kan het
maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in
contact komen met het mes.
Gebruik de maaimachine nooit zonder
afdekplaat, mulchplaat of een grasafvoer en een
grasvanger.
Controleer of de grasgeleider omlaag staat.
1. Verwijder de borgmoer, bout, veer en afstandsstuk
waarmee de bevestigingen van de grasgeleider
vastzitten op de draaibeugels (Fig. 68).
8
6
1
Figuur 68
1. Bout
2. Afstandsstuk
3. Borgmoer
4. Veer
5. Veer, gemonteerd
2. Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider.
3. Plaats een afstandsstuk en de veer op de grasgeleider.
Opmerking: Plaats het rechte uiteinde van de veer
achter de rand van de maaikast.
4. Monteer de bout en de moer.
5. Plaats het haakeind van de veer rond het grasgeleider
(Fig. 68).
Belangrijk
De grasgeleider moet omlaag in positie
kunnen klappen. Til de grasgeleider omhoog om te
controleren of deze volledig omlaag klapt.
4
2
3
5
m–7710
7
m–5037
6. Grasgeleider
7. Achter rand van maaikast
monteren alvorens bout te
plaatsen.
8. Haakeind van veer