Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Fig. 7) voordat u de motor start en de machine gebruikt.
8
7
Figuur 7
1. Contactschakelaar
2. Schakelhendel
3. Parkeerremhendel
4. Gashendel
5. Choke
Urenteller gebruiken
De urenteller (Fig. 8) registreert het aantal uren dat de
motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als de
motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen.
Figuur 8
1. Urenteller
Gebruik van de Brandstofklep
De machine heeft twee brandstoftanks, een op de linkerkant
en een op de rechterkant. Iedere tank is verbonden met een
afsluitklep en vervolgens met een tee. Hiervandaan loopt
een gemeenschappelijke brandstofslang naar de motor
(Fig. 9).
2
9
5
1
4
3
6
m–7701
6. Aftakas
7. Maaihoogtehendel
8. Brandstoftankdop
9. Urenteller
1
m–4202
1
1. Brandstofklep
Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
transporteert of stalt.
Parkeerrem gebruiken
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine
stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Belangrijk
Parkeer nooit op een helling tenzij de
wielen zijn vastgezet of geblokkeerd.
Parkeerrem in werking stellen
1. Zet de schakelhendels (Fig. 10) in de vergrendelde
neutraalstand.
1
2
Figuur 10
1. Parkeerrem – In werking
2. Trek de parkeerrem naar achteren en omhoog om deze
in werking te stellen (Fig. 10).
Opmerking: De parkeerremhendel moet vast blijven
staan op Ingeschakeld.
18
m–7702
Figuur 9
2. Parkeerrem – Buiten
werking
m–4121