Afvalverwijdering
Motorolie, hydraulische vloeistof en motorkoelvloeistof
verontreinigen het milieu. Verwijder deze stoffen
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften.
Neutraalstand van hendel
afstellen
Als de schakelhendels niet in één lijn staan of gemakkelijk
in de gleuf van het bedieningspaneel glijden, moeten zij
worden afgesteld. De hendel, de veer en de stang moeten
afzonderlijk worden afgesteld.
Opmerking: De schakelhendels moeten op de juiste wijze
worden gemonteerd. Zie Schakelhendels monteren bij de
montage-instructies.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Kantel de bestuurdersstoel naar voren.
4. Begin met de linker of de rechter schakelhendel.
5. Zet de hendel in de neutraalstand zonder deze te
vergrendelen (Fig. 48).
3
Figuur 48
1. Neutraalstand,
vergrendeld
6. Trek de hendel naar achteren totdat de gaffelpen (op de
arm onder de taatsas) contact maakt met het uiteinde
van de gleuf (en net druk op de veer begint uit te
oefenen) (Fig. 49).
2
1
m–6282
2. Schakelhendel
3. Neutraalstand
41
2
6
9
1
m–4118
Figuur 49
1. Gaffelpen in gleuf
2. Moer
3. Moer – Linkse draad
4. Stelbout
5. Pompstang
7. Controleer of de hendel de juiste positie heeft ten
opzichte van de inkeping in het bedieningspaneel
(Fig. 48). De hendel moet in het midden staan zodat
deze naar buiten kan draaien en worden vergrendeld in
de neutraalstand.
8. Als de schakelhendel moet worden afgesteld, draait u de
moer en de contramoer tegen de gaffel (Fig. 49).
9. Oefen een lichte achterwaartse druk uit op de schakel-
hendel en draai de kop van de stelbout in de juiste
richting totdat de hendel in de vergrendelde
neutraalstand is gecentreerd (Fig. 48).
Opmerking: Als u achterwaartse druk blijft uitoefenen
op de hendel, zal de pen op het einde van de gleuf
blijven en zal de stelbout de hendel in de juiste positie
kunnen brengen.
10. Draai de moer en de contramoer vast (Fig. 49).
11. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de
machine.
8
1
4
3
9
2
7
8
6. Dubbele moeren
7. Contramoer
8. Gaffel
9. Kogelverbinding