Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Haal het sleuteltje uit het contact en maak de bougiekabel los van de bougie(s) voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de machine. Druk de kabel opzij, zodat deze niet
onbedoeld contact kan maken met de bougie.
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af
zonder het te scheuren of te kwetsen. Door scheuren en
kwetsen wordt het gras bruin aan de randen, waardoor het
langzamer groeit en gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp zijn en of ze
versleten of beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en
inkepingen weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als
een mes beschadigd of versleten is, moet u dit onmiddellijk
vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen
en vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra
messen in voorraad te hebben.
Gevaar
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
Vervang een versleten of beschadigd mes.
Voor controle en onderhoud van de
maaimessen
1. Parkeer de maaimachine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Draai het contactsleuteltje op Uit en haal het sleuteltje
uit het contact.
3. Maak de bougiekabels(s) los van de bougie(s).
Voorzichtig
De messen controleren
1. Controleer de snijranden (Fig. 28).
1. Snijrand
2. Gebogen deel
Opmerking: Als de randen niet scherp zijn of bramen
vertonen, moet u de maaimessen verwijderen en slijpen;
zie Maaimessen slijpen, blz. 32.
2. Controleer de messen, met name het gebogen deel
(Fig. 28).
Opmerking: Als u beschadiging, slijtage of
groefvorming in dit deel constateert (punt 3 in Fig. 28),
moet u het mes direct vervangen.
30
1
2
Figuur 28
3. Slijtage/groefvorming
3
m–151