• Draai de moeren een beetje en
afwisselend aan in de aangegeven
volgorde. Herhaal de handeling tot de
wielmoeren zijn aangedraaid volgens de
specificatie.
OPGEPAST!
•
Voordat u het voertuig neerlaat, zorg
ervoor dat geen enkel deel van uw
lichaam en geen enkele persoon
in de nabijheid van het voertuig
gewond raakt door de daling van het
voertuig.
•
Wielmoeren moeten na vervanging
van het wiel worden aangedraaid
tot 130 N•m. Anders zouden losse
moeren ervoor zorgen dat het wielen
loskomt, met ernstige ongevallen tot
gevolg.
Na het vervangen van het wiel
9. Controleer de spanning van de
reserveband.
• Pas de bandenspanning aan volgens de
specificatie. Als de spanning lager is dan
de specificatie, rijd dan langzaam naar
een nabijgelegen servicestation om de
band op de juiste spanning te brengen.
• Zorg ervoor dat u de ventieldop van de
band monteert; anders zal er stof en
vocht in de klepsteel binnendringen
en luchtlekkage veroorzaken. Als de
ventieldop verloren is, gebruik dan zo
snel mogelijk een nieuwe.
10. Berg al het gereedschap en de lekke
band goed op.
• Laat de platte band repareren door een
monteur.
ATTENTIE
•
Controleer voordat u gaat rijden of
alle gereedschap en lekke banden in
een opbergruimte zijn opgeborgen
om de kans op persoonlijk letsel
bij een botsing of noodremmen te
verkleinen.
08
215