Voorwaarden voor langzaam
rijden
• Als er naar "R" wordt geschakeld en
het voertuig langzaam verplaatst, dan
gaat de AVH naar de modus langzaam
verplaatsen. Als het voertuig achteruit
(stand P) of langzaam vooruit rijdt (stand
D), dan wordt de AVH onderdrukt om het
rijden van het voertuig te verbeteren.
• Druk na het verplaatsen van het
voertuig op de AVH-schakelaar om de
verplaatsingsmodus te verlaten. Deze
kan ook worden uitgeschakeld als het
voertuig sneller rijdt dan 10 km/h. De
AVH-functie kan dan normaal worden
geactiveerd.
Belangrijkste punten voor
het rijden
• Rijd langzaam en voorzichtig op
grindpaden. Rijd niet over obstakels
met scherpe randen om schade aan de
banden te voorkomen.
• Rem af op hobbelige of ongelijke wegen.
• Vermijd het rijden door overstroomde
gebieden zo veel mogelijk.
• Rem af bij het rijden met sterke
tegenwind.
• De remmen kunnen nat worden door
het wassen van het voertuig of door
diep water te rijden. Rijd voorzichtig en
trap het rempedaal voorzichtig in om de
remmen droog te houden.
• Rijd voorzichtig op gladde wegen, zoals
als wegen die bedekt zijn met ijzel,
sneeuw of zand, of op oppervlakken
zoals natte ceramische tegels of
epoxyhars. Vermijd het parkeren op
hellingen om te voorkomen dat het
voertuig wegglijdt.
HERINNERING
•
De accu bevindt zich in het chassis
van het voertuig. Vermijd stoten bij
het rijden door ruw terrein.
•
Zorg ervoor dat de elektronische
parkeerrem volledig is gelost en dat
het controlelampje hiervoor uit is,
voordat u wegrijdt.
•
Laat het voertuig niet in de toestand
"OK".
•
Denk eraan om de slimme sleutel
mee te nemen als u het voertuig
verlaat.
•
Vertraag bij het rijden op steile
hellingen en rem niet te vaak om
oververhitting van de remschijven
te voorkomen, wat de remprestaties
aantast.
•
Wees voorzichtig bij het accelereren
of remmen op gladde wegen. Het
voertuig slipt bij snel accelereren of
plotseling remmen.
•
Zorg ervoor dat de inzittenden
geen hoofden of handen buiten
het voertuig steken. Dit geldt in het
bijzonder voor kinderen.
•
Als er grote hoeveelheden
water binnendringen in het
voorcompartiment, dan
veroorzaakt dit schade aan het
elektriciteitssysteem en elektrische
componenten.
WAARSCHUWING
•
De bestuurder moet de veiligheid
van alle inzittenden van het voertuig
verzekeren en ze uitleggen hoe ze de
functies van het voertuig op de juiste
wijze moeten gebruiken.
05
115