Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels -
Inleiding
Studies hebben aangetoond dat het juiste
gebruik van veiligheidsgordels het aantal
slachtoffers bij een noodstop, plotseling
sturen of botsingen aanzienlijk kan
verminderen. Lees de volgende informatie
zorgvuldig door en neem deze strikt in acht.
OPGEPAST!
•
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
altijd zijn vastgemaakt als het
voertuig in beweging is.
•
Controleer voordat u gaat
rijden of alle inzittenden hun
veiligheidsgordels goed hebben
vastgemaakt. Anders lopen de
inzittenden meer risico op ernstig
letsel of zelfs levensgevaar bij een
noodstop of een aanrijding.
•
Veiligheidsgordels zijn in de
eerste plaats ontworpen voor
volwassenen en niet bedoeld voor
kinderen. Zorg ervoor dat het
juiste kinderbeveiligingssysteem
(CRS) is gekozen op basis van de
leeftijd en grootte van uw kind
(zie het hoofdstuk CRS voor meer
informatie).
•
Als een veiligheidsgordel beschadigd
is of niet goed werkt, neem dan
contact op met een erkende BYD-
dealer of erkend BYD-servicebedrijf
voor bevestiging en afhandeling. Tot
dan mag de betreffende stoel niet
worden gebruikt.
• BYD benadrukt dat bestuurder en
inzittenden altijd hun veiligheidsgordels
moeten vastmaken in het voertuig.
Als u dit niet doet, neemt de kans op
verwonding of ernstig letsel bij een
ongeval toe.
14
• Laat kinderen bij voorkeur op de
achterbank zitten en zorg dat ze altijd
gebruik maken van de veiligheidsgordels
en een geschikt CRS-systeem. Bij een
noodstop of een aanrijding kunnen
kinderen die niet zijn vastgemaakt
ernstig gewond raken en kan hun leven
in gevaar komen. Laat kinderen ook niet
op iemands schoot zitten tijdens het
rijden. Op deze manier worden kinderen
niet voldoende beschermd.
Noodvergrendelingsfunctie voor
veiligheidsgordels (ELR)
• Tijdens een scherpe bocht, een
noodstop en een aanrijding, of wanneer
de inzittende te snel naar voren leunt,
wordt de veiligheidsgordel automatisch
vergrendeld om de inzittende effectief
vast te houden en te beschermen.
• Wanneer het voertuig soepel rijdt,
worden de veiligheidsgordels
uitgetrokken en ingetrokken als de
inzittenden langzaam en soepel
bewegen, zodat de inzittenden vrij
kunnen bewegen.
• Als de veiligheidsgordel blokkeert als
gevolg van een plotselinge beweging,
trek de gordel dan iets verder uit en laat
hem weer langzaam intrekken.
Gordelspanner en
krachtbegrenzer*
Wanneer een ernstige frontale botsing
optreedt en de gordelspanner wordt
geactiveerd, trekt de gordelspanner snel
een deel van de veiligheidsgordel in en
blokkeert deze ter bescherming van de
inzittende. De krachtbegrenzer beperkt
de kracht van de veiligheidsgordel op het
lichaam van de inzittende tot op zekere
hoogte om letsel als gevolg van een
buitensporige beschermingskracht te
voorkomen.