F Steek het ventiel in de schacht en draai het
met de ventieltrekker vast.
Let op: dit product is schadelijk bij inname
en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het CITROËN-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
Op spanning brengen
F Controleer of de schakelaar A van de
compressor op "OFF" staat
F Rol de slang B van de compressor helemaal
af.
F Sluit de slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
F Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto (contact in de
stand "ON" of "ACC").
F Schakel de compressor in door de
schakelaar A in de stand "ON" te zetten.
F Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning zoals die is aangegeven op de
bandenspanningssticker in de opening van
het bestuurdersportier.
Als de band spanning blijft verliezen, is
het lek niet goed gedicht; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
laten helpen.
F Maak de compressor los en berg de
reparatieset op.
F Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200 km.
Als na 5 tot 7 minuten de gewenste
bandenspanning niet is bereikt, is
de band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
laten helpen.
Storingen verhelpen
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt
van het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u
de set hebt gebruikt. Na nadere inspectie
kan de technicus u vertellen of de band
gerepareerd kan worden of moet worden
vervangen.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
Stilzetten van de auto
Zet de auto stil op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan, zet het contact af
en selecteer de stand P om de wielen te
blokkeren.
Plaats indien nodig een wielblok achter
het wiel kruislings tegenover het te
verwisselen wiel.
Controleer of alle inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen
op de krik steunt; gebruik een bok.
8
93