Statussen van de controle-eenheid
Branden van het lampje in de
desbetreffende kleur.
POWER
FAULT
CHARGING
POWER
FAULT
CHARGING
Knipperen van het lampje in de
desbetreffende kleur.
Normale werking
Zodra de laadkabel is aangesloten op het stopcontact, lichten alle lampjes gedurende ongeveer 0,5 seconde
op.
Nadat het initialisatieproces is voltooid:
•
als de laadkabel niet is aangesloten op de laadaansluiting van de auto,
•
als de laadkabel is aangesloten op de laadaansluiting van de auto, maar de tractiebatterij niet wordt
geladen.
Terwijl de tractiebatterij wordt geladen.
Als het laden is voltooid.
Storingen en oplossingen
Als lekstroom is geconstateerd of als er iets mis is met de laadkabel.
-
Stop onmiddellijk met de laadprocedure en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als er iets mis is met de laadkabel.
-
Stop onmiddellijk met de laadprocedure en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als het lampje van de controle-eenheid niet gaat branden wanneer de laadkabel op het stopcontact wordt
aangesloten, controleer dan de desbetreffende stroomonderbreker in de meterkast:
•
als de stroomonderbreker is geactiveerd, is uw elektrische installatie mogelijk niet berekend op het
gebruik van de laadkabel:
- neem contact op met een specialist om uw elektrische installatie te laten controleren en repareren.
•
als de stroomonderbreker niet is geactiveerd:
- gebruik de laadkabel niet meer en neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Praktische informatie
Uit.
7
79