Storingen verhelpen
12V-accu
Alle andere elektrische componenten van uw
auto (met uitzondering van de elektromotor,
de verwarming en de airconditioning) worden
gevoed door de 12 V-accu.
Deze bevindt zich in de ruimte onder de
voorklep en wordt door de tractiebatterij
geladen als de elektromotor werkt (lampje
"Ready" op het instrumentenpaneel brandt) en
tijdens het laden.
Als de 12V-accu ontladen is, kan
de elektromotor niet meer worden
ingeschakeld en kan de tractiebatterij niet
meer worden geladen.
Koppel de 12V-accu niet los.
Wanneer u echter uw auto langere tijd
(meer dan een maand) niet gebruikt, kan
het nodig zijn (vooral in de winter) de
12V-accu los te koppelen en deze op te
slaan om te voorkomen dat de elektrolyt
bevriest.
Als de 12V-accu langere tijd ontkoppeld is
geweest, moet u het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats
raadplegen om de elektronische eenheid
te laten resetten.
88
Toegang tot de accu
F Ontgrendel de voorklep met de hendel in het
interieur, maak de veiligheidshaak aan de
voorzijde van de auto los en open de klep.
F Bevestig de motorkapsteun.
F Draai de moer 1 los.
F Verwijder de afdekkap van de 12V-accu om
bij de polen te komen.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Controleer of de elektrolyt niet bevroren is.
Controleer het elektrolytniveau en vul dit
indien nodig bij met gedestilleerd water.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus.
Controleer of de hulpaccu ook een
12V-accu is.
F Verwijder het afdekkapje van de (+) pool,