Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sneeuwkettingen; Montagetips - CITROEN C-zero 2017 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Praktische informatie
Tijdens het snelladen kan de
airconditioning van de auto automatisch
worden gestart om indien nodig de
tractiebatterij te koelen. Het is daarom
normaal dat een ventilatiegeluid hoorbaar
is aan de buitenzijde en dat een plas water
onder de auto wordt gevormd.
Het snelladen worden automatisch
gestopt wanneer de tractiebatterij voor
ongeveer 80% is geladen. Door de
procedure opnieuw te starten, kan 100%
lading worden bereikt. De periode die
echter nodig is voor het voltooien van
de laadprocedure is lang, omdat de
laadsnelheid langzamer is geworden.
Het doven van het lampje "laden" op het
instrumentenpaneel duidt erop dat het laden is
voltooid.
F Ontkoppel de laadkabel volgens de
gebruiksaanwijzing van het laadpunt.
F Sluit het deksel van de laadaansluiting en
vervolgens de klep.
Als veiligheidsmaatregel kan de auto niet
worden gestart wanneer de laadkabel nog
is aangesloten op de laadaansluiting van
de auto.
Bovendien onderbreekt een poging tot
starten tijdens het laden de procedure. De
laadkabel moet dan worden ontkoppeld
van en weer aangesloten op de
laadaansluiting van de auto; vervolgens
moet worden begonnen met laden volgens
de gebruiksaanwijzing van het laadpunt.
82
Controleer na het laden of het deksel
en de klep van de laadaansluiting zijn
gesloten.
Let er goed op dat er geen stof of water
in de laadaansluiting, onder het deksel
van de laadaansluiting of in de speciale
laadstekker terechtkomt (kans op brand of
elektrocutie).
Als de buitentemperatuur lager is dan
0 °C, zijn de laadtijden wellicht langer.
Als de buitentemperatuur lager is dan
-25 °C, is laden wellicht niet mogelijk.
Gedurende langere tijd niet gebruiken
van de auto
Laad de tractiebatterij eens in de
drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere tijd
niet gebruikt.
Controleer als u dat doet eerst of de
12V-accu aangesloten is en of deze niet
ontladen is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu.

Sneeuwkettingen

Uitsluitend de achterwielen (dit zijn
de aangedreven wielen) mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.

Montagetips

F Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F Activeer de parkeerrem en plaats indien
nodig wielblokken tegen de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F Monteer de sneeuwkettingen volgens de
aanwijzingen van de fabrikant.
F Rijd voorzichtig weg en rijd even met een
snelheid van maximaal 50 km/h.
F Zet de auto stil en controleer of de kettingen
correct gespannen zijn.
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek het
monteren van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge ondergrond.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave