Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Rijden
U kunt het systeem resetten via het display van
het instrumentenpaneel, bij aangezet contact
en stilstaande auto.
F Druk op de knop A om de functie te
selecteren.
F Houd vervolgens de knop A minimaal
3 seconden ingedrukt om het
bandenspanningscontrolesysteem te
resetten.
Het knipperen van het lampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat het systeem
wordt gereset.
Als u vervolgens ongeveer 100 meter hebt
gereden, dooft het lampje.
Het bandenspanningscontrolesysteem
is alleen betrouwbaar als de vier banden
tijdens het resetten de juiste spanning
hebben.
72
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en
vervolgens blijft branden, wijst dit op
een storing in het systeem.
In dit geval wordt de bandenspanning niet
langer gecontroleerd.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven als:
-
een of meer wielen niet zijn voorzien van
een sensor,
-
draadloze apparatuur die gebruikmaakt van
dezelfde golflengte zich in de buurt van de
auto bevindt,
-
sneeuw of ijs zich heeft opgehoopt in de
wielkasten of in de velgen,
-
de spanning van de batterij van het
bandenspanningscontrolesysteem
onvoldoende is,
-
de identificatiecodes van de druksensoren
van de velgen niet zijn opgeslagen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats werkplaats.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren of monteer
na een lekke band het wiel met de
originele velg, dat is voorzien van een
sensor.
Alle reparaties aan een wiel dat met dit
systeem is uitgerust en het vervangen
van een band moeten worden uitgevoerd
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de tweede in het systeem
opgeslagen set banden is gemonteerd,
wordt de waarschuwing voor een storing
weergegeven zolang de tweede set niet in
het configuratiemenu is geselecteerd.

Bandensets beheren

Als u een tweede bandenset bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
geregistreerd hebt, selecteert u bij het wisselen
van bandenset (bijvoorbeeld: "winterbanden")
de net aangebrachte bandenset in het
configuratiemenu.
Nadat de volgende set is
aangebracht, brengt u de band op de
spanning die is aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
voertuigidentificatie.
De andere bandenset kan via het display van
het instrumentenpaneel geselecteerd worden,
bij aangezet contact en stilstaande auto.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave