Verlichting en zicht
Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
De lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder geleidelijk aan te passen
aan de omstandigheden:
-
parkeerlicht: om gezien te worden,
-
dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen
zonder ander verkeer.
Aanvullende verlichting
Er is aanvullende verlichting voor specifieke
rijomstandigheden:
-
een mistachterlicht om van afstand gezien
te worden,
-
mistlampen vóór voor nog beter zicht,
-
dagrijverlichting: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag.
40
Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan ring om het symbool van de
gewenste stand tegenover het merkteken te
zetten.
Dimlicht of grootlicht.
Parkeerlicht.
Automatische verlichting.
Uit.
Grootlichtschakelaar
Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampjes
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.