Advertenties
V
V
R
R
I
I
J
J
S
S
T
T
A
A
N
N
D
D
VOORUIT
VOORUIT
2.
Beweeg de bedieningshendel van
stand N naar stand VOORUIT.
Type R1:
Na een slag van ongeveer 30°
schakelt de versnelling in. Als de
bedieningshendel verder bewogen
wordt, gaat de gasklep open en
neemt het toerental toe.
VRIJSTAND
VOORUIT
ACHTERUIT
ACHTERUIT
A
A
F
F
S
S
T
T
A
A
N
N
VOORUIT
Type R2, R3:
Na een slag van ongeveer 35°
schakelt de versnelling in. Als de
bedieningshendel verder bewogen
wordt, gaat de gasklep open en
neemt de snelheid toe.
Draai de gashendel niet verder open
dan 80% om het brandstofverbruik te
beperken.
VRIJSTAND
VOORUIT
ACHTERUIT
D
D
B
B
E
E
D
D
I
I
E
E
N
N
I
I
N
N
G
G
S
S
H
H
E
E
N
N
D
D
E
E
L
L
VOORUIT
WERKING (type R)
Zorg er bij volgas varen voor dat het
motortoerental tussen 5.000 en
6.000 omw/min ligt.
Als u voelt dat het motortoerental
omhoog springt doordat de boot
springt of de schroef boven water
komt, geef dan iets minder gas.
Zie ''Keuze van schroef'' (blz.
voor de relatie tussen schroef en
motortoerental.
Niet gebruiken zonder de
motorafdekkap. Onafgeschermde
draaiende onderdelen kunnen letsel
veroorzaken; en water kan schade aan
de motor toebrengen.
Passagiers en uitrusting dienen
gelijkmatig over de boot verdeeld te
worden voor de beste prestaties.
45
)
85
Advertenties
