STARTEN VAN DE MOTOR (type H)
NORMAAL: AAN
NIET NORMAAL: UIT
CONTROLELAMPJE OLIEDRUK
9.
Controleer of het controlelampje
oliedruk aangaat.
Als de motor niet aanslaat, stop dan
en voer de volgende controles uit.
1)
Controleer het motorolieniveau
(zie blz.
47
).
2)
Als het oliepeil normaal is en het
controlelampje oliedruk gaat niet
aan, neem dan contact op met
een officiële Honda
buitenboordmotor-dealer.
60
10.
Laat de motor als volgt op
bedrijfstemperatuur komen:
Laat bij temperaturen hoger dan 5°C
de motor gedurende 2 of 3 minuten
draaien.
Laat bij temperaturen lager dan 5°C
de motor gedurende ten minste 5
minuten met 2.000 omw/min
draaien.
Als de motor niet goed op
bedrijfstemperatuur wordt gebracht,
zal de motor niet optimaal presteren.
Controleer voordat u de haven verlaat
de werking van de
dodemansschakelaar.