REINIGEN EN SPOELEN
11.
DOP SPOELAANSLUITING
Reinig en spoel de motor grondig na
ieder gebruik in zout of vervuild water.
1.
Was de buitenzijde van de
buitenboordmotor met schoon, zoet
water.
2.
Verwijder de spoelplug uit de motor.
106
SLANGKOPPELING
(optie)
SPOELPLUG
3.
Plaats de slangaansluiting (als optie
leverbaar).
4.
Sluit een slang aan op de
slangaansluiting.
5.
Draai de kraan open en spoel de
motor gedurende 5 6 minuten.
−
6.
Verwijder na het spoelen de slang
en de slangaansluiting en plaats de
spoelplug.
SLANG