Periodiek onderhoud en afstellingen
zijn belangrijk om de motor in optimale
conditie te houden. Voer onderhoud en
controles uit volgens het
ONDERHOUDSSCHEMA.
Zet de motor uit alvorens hier
werkzaamheden aan uit te voeren.
Zorg ervoor dat de ruimte goed
geventileerd is. Laat de motor niet
draaien in een afgesloten ruimte. De
uitlaatgassen bevatten onder andere
het giftige gas koolmonoxide;
inademing hiervan kan leiden tot
bewusteloosheid en kan zelfs dodelijk
zijn.
Plaats, alvorens de motor te starten,
de motorafdekkap terug als deze
verwijderd was. Vergrendel de
afdekkap zorgvuldig door de
vergrendelingshendels naar beneden
te drukken.
Als de motor niet draait, moet het
waterniveau tot tenminste 100 mm
boven de anticavitatieplaat staan,
omdat anders de waterpomp niet
voldoende koelwater kan aanzuigen,
waardoor oververhitting van de
motor kan ontstaan.
Gebruik voor onderhoud en
reparaties alleen originele Honda
onderdelen of hun equivalent.
Vervangende onderdelen van
mindere kwaliteit kunnen de motor
beschadigen.
ONDERHOUD
12.
107