ONDERHOUD
4.
Sluit de aansluiting van de
brandstofleiding goed aan.
Draai de ontluchtingsdop open, knijp
in de opvoerpomp om brandstof op
te pompen en controleer op lekkage.
Als vermogensverlies of moeilijk
aanslaan veroorzaakt blijkt te worden
door de aanwezigheid van water of vuil
in het brandstoffilter, controleer dan de
brandstoftank. Reinig de brandstoftank
indien nodig.
122
Brandstoftank en tankfilter
(indien van toepassing)
BRANDSTOFLEIDING
Reinigingsinterval:
Elk jaar of elke 200 bedrijfsuren.
〈
Reinigen brandstoftank
Benzine is uiterst brandbaar en
brandstofdamp kan exploderen
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Rook niet en voorkom open vuur en
vonken. BUITEN BEREIK VAN
KINDEREN HOUDEN.
Werk altijd in een goed
geventileerde ruimte.
Sla uit de brandstoftank afgetapte
brandstof op in een veilige
container.
Probeer bij het reinigen van de tank
en het filter geen brandstof te
morsen. Gemorste brandstof en
brandstofdampen kunnen
ontbranden. Verwijder gemorste
brandstof alvorens de motor te
starten.
〉