ONDERHOUD
Bougies
Voor een goede werking van de motor
moet de bougie goed afgesteld zijn en
schoon zijn.
De bougie kan erg heet worden en ook
na het uitzetten van de motor nog
enige tijd heet blijven. Laat de motor
afkoelen alvorens onderhoud te plegen
aan de bougies.
Periodieke controle/afstellen:
Elke 100 uur of 6 maanden
Vervangingsinterval:
Elke 200 uur of elk jaar
Voorgeschreven bougie:
DR7EA (NGK)
X22ESR-U (DENSO)
Gebruik alleen de aanbevolen bougies
of gelijkwaardige bougies. Een bougie
met een verkeerde warmtegraad kan
schade aan de motor veroorzaken.
114
BOUGIESLEUTEL
1.
Verwijder de afdekkap.
2.
Verwijder de bougiedoppen.
3.
Verwijder de bougies met een
bougiesleutel en de 17 mm sleutel
uit de gereedschapsset.
4.
Controleer de bougies visueel.
Gooi de bougies weg als er zichtbare
slijtage is of als de isolators
scheurtjes of splinters vertonen.
Reinig de bougies met een
staalborstel als deze opnieuw
gebruikt worden.
SLEUTEL
14
×
17 mm
5.
Meet de elektrodenafstand met een
voelermaatje.
De elektrodenafstand moet 0,60 à
0,70 mm bedragen. Verbuig de
elektrode voorzichtig indien nodig.
6.
Draai de bougie met de hand vast
om te voorkomen dat deze er scheef
ingedraaid wordt.
7.
Als de bougie goed zit, draai deze
dan verder vast met een
bougiesleutel om de afdichtring in te
drukken.
MASSA-ELEKTRODE
0,60
−
0,70 mm