4. Gebruik
oliespray
als
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte en verchroomde op-
pervlakken in de was. Vermijd produc-
ten
die
zowel
reinigingsmiddelen bevatten; vaak be-
vatten deze schuurdeeltjes die de lak
of de beschermende deklaag aantas-
ten.
7. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
universeel
LET OP
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng nooit olie of was aan op de
aandrijfriem.
was
als
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
DWA11132
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DCA10951
Stalling
Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.
LET OP
Als de motorfiets wordt gestald in
Voorkom corrosie door de machine
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
7-3
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
dringen en roestvorming veroorza-
ken.
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
"Verzorging" in dit hoofdstuk.
DAU44454
DCA10811
7