WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
1
1. Middelste zadelbevestiging
3. Trek het zadel naar achteren om het
los te haken van de achterste zadel-
bevestiging en neem dan het zadel
los.
1
1. Achterste zadelbevestiging
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het zadel in de achterste zadel-
bevestiging.
2. Schuif het zadel naar achteren zodat
de sleuf in de onderzijde aangrijpt op
de middelste zadelbevestiging.
3. Druk het zadel aan de voorzijde om-
laag om te vergrendelen.
3
1
2
4
1. Uitsteeksel
2. Achterste zadelbevestiging
3. Sleuf
4. Middelste zadelbevestiging
4. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
3-14
Helmbevestiging
1
1. Helmbevestiging
De helmbevestiging bevindt zich onder het
zadel.
Om een helm aan de helmbevestiging te
bevestigen
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
2. Maak de helm vast aan de helmbe-
vestiging en druk dan het zadel stevig
dicht. WAARSCHUWING! Ga nooit
rijden met een helm vastgemaakt
aan de helmbevestiging, aangezien
de helm objecten kan raken met
mogelijk verlies van de controle
over de machine en een ongeval tot
gevolg.
[DWA10162]
DAU14312
3