Bediening
LET OP
Gevaar voor beschadiging van het beeldscherm!
De bediening van het infotainmentbeeldscherm
▶
vindt plaats door een lichte aanraking met de
vingers.
De bediening is in principe vergelijkbaar met die van
een mobiele telefoon.
De volgende bedieningen zijn infotainmentspecifiek.
Twee vingers naar boven of naar beneden slepen
Twee vingers naar links of rechts slepen
Twee vingers uit elkaar trekken
Twee vingers naar elkaar toe trekken
Infotainment Amundsen ›
Snel lijst van telefoon-
▶
contacten doorkijken.
2D/3D-kaartweergave
▶
wijzigen.
Verdere pagina van het
▶
menu HOME weerge-
ven.
Beeld vergroten.
▶
Op de kaart inzoomen.
▶
Beeld verkleinen.
▶
Op de kaart uitzoomen.
▶
Infotainmenttoetsenbord
Twee vingers draaien
Gebarenbediening
De met het symbool
gemarkeerde infotainment-
menu's kunnen met handgebaren worden bediend.
tigd.
Bedieningshulp weergeven
›
aantippen.
Instellingen
De instelling van de volgende basisfuncties van het
beeldscherm vindt plaats in het menu
Helderheidsniveau van het beeldscherm.
▶
Uitschakelen van het beeldscherm.
▶
Weergave van de tijd.
▶
Bevestigingsgeluiden en animaties.
▶
Infotainmenttoetsenbord
Toetsenbordoverzicht
De indeling van de toetsenbordtekens is afhankelijk
van de ingestelde infotainment-taal.
In het infotainment worden afhankelijk van de con-
text de volgende typen gebruikt.
Alfanumeriek.
▶
Numeriek.
▶
Toetsenbord voor ingave.
▶
Toetsenbord voor zoeken.
▶
87
Beeld draaien.
▶
Kaart draaien.
▶
›
De gebarenbediening
vindt plaats door de
hand langzaam onge-
veer 8 cm boven de
onderzijde van het
beeldscherm heen en
weer te bewegen.
Afhankelijk van de instel-
ling kan een herkend ge-
baar akoestisch en ge-
animeerd worden beves-
.