134 Motor, uitlaatsysteem en brandstof ›
›
Het koelvloeistofpeil controleren.
Het koelvloeistofpeil is in orde:
›
De zekering voor de koelluchtventilator controle-
ren en deze zo nodig vervangen
kering
vervangen.
De zekering is in orde, het controlelampje brandt op-
nieuw:
›
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroe-
pen.
Koelvloeistoftemperatuur te hoog
of
brandt
Melding motor oververhit
›
Niet verder rijden.
›
De motor afzetten en laten afkoelen.
›
Na het uitgaan van het controlelampje verder rij-
den.
Er is geen koelvloeistof met de juiste specificatie
beschikbaar
›
Gedestilleerd of gedemineraliseerd water bijvullen.
›
De juiste mengverhouding van de koelvloeistof zo
snel mogelijk door een specialist laten corrigeren.
Er is voor het bijvullen ander water gebruikt dan ge-
destilleerd of gedemineraliseerd water:
›
De koelvloeistof door een specialist laten verver-
sen.
Het is niet mogelijk om voldoende koelvloeistof bij
te vullen
›
Niet verder rijden.
›
De motor afzetten en de hulp van een specialist in-
roepen.
Er is koelvloeistofverlies
›
Koelvloeistof bijvullen en de hulp van een specialist
inroepen.
Motorelektronica
Probleemoplossing
Storing benzinemotorregeling
brandt
Er kan in het noodprogramma worden gere-
den - Er kan een merkbare vermindering van het mo-
torvermogen optreden.
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.
Storing dieselmotorregeling
knippert
Er kan in het noodprogramma worden gereden - Er
kan een merkbare vermindering van het motorver-
mogen optreden.
Motorelektronica
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.
Storing dieselvoorgloeisysteem
» Pagina 139, Ze-
Er kan in het noodprogramma worden gereden - Er
kan een merkbare vermindering van het motorver-
mogen optreden.
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.
Roetfilter
Probleemoplossing
Roetfilter verstopt
›
Het filter reinigen.
worden gehouden met een verhoogd brandstofver-
bruik, een verminderd motorvermogen en een niet
beschikbare startstop-functie.
Filterreiniging
›
Met een snelheid van minstens 70 km/h in de aan-
bevolen versnelling rijden.
Als het filter succesvol is gereinigd, gaat het contro-
lelampje uit. Indien het controlelampje binnen 30 mi-
nuten niet uit gaat, is het filter niet gereinigd.
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.
Uitlaatgascontrolesysteem
Probleemoplossing
Storing uitlaatgascontrolesysteem
den - Er kan een merkbare vermindering van het mo-
torvermogen optreden.
›
Voorzichtig verder rijden, de hulp van een specialist
inroepen.
Brandstoffilter
Probleemoplossing
Water in brandstoffilter
brandt, of indien na het inschakelen van het
contact niet gaat branden
of
brandt
Bij een brandend controlelampje moet rekening
brandt
Er kan in het noodprogramma worden gere-
of
brandt