102 Infotainment Amundsen ›
Dataoverdracht met het verbonden apparaat
›
Voor het in of uitschakelen van de dataoverdracht
met het verbonden apparaat
tainmentsysteem als hotspot Verbonden apparaten
Naam van de infotainment-hotspot wijzigen
Wifi Infotainmentsysteem als hotspot Netwerknaam:
▶
aantippen.
De naam ingeven en bevestigen.
▶
Wachtwoord voor de verbinding met de infotain-
ment-hotspot wijzigen
Het wachtwoord moet minimaal 8 en mag maximaal
63 tekens bevatten.
Wifi Infotainmentsysteem als hotspot Netwerksleutel
▶
aantippen.
Het wachtwoord ingeven en bevestigen.
▶
Snelverbinding van het infotainment met de hot-
spot van het mobiele apparaat
›
Op het mobiele apparaat de hotspot, de zichtbaar-
heid en de optie voor de WPS-verbinding inscha-
kelen.
›
Wifi Wifi: WPS-snelverbinding (WPS-knop) aantip-
pen.
Automatische WPS-verbinding
›
Wifi Snelverbinding met infotainmentsysteem aantip-
pen.
›
Op het mobiele apparaat de optie voor de verbin-
ding via WPS inschakelen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Handmatige WPS-verbinding
›
Op het mobiele apparaat de optie voor de verbin-
ding via WPS-pincode inschakelen.
Op het display van het mobiele apparaat wordt de
WPS-pincode weergegeven voor de verbindings-
opbouw met het infotainment.
›
Wifi Snelverbinding met infotainmentsysteem
WPS-pincode aantippen.
›
De WPS-pincode op het infotainment ingeven en
bevestigen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Automatische verbinding via de QR-code
›
Wifi Snelverbinding met infotainmentsysteem aantip-
pen.
›
Op het mobiele apparaat de optie voor de verbin-
ding via de QR-code inschakelen.
›
De op het infotainmentbeeldscherm weergegeven
QR-code met het mobiele apparaat inlezen.
›
De verbindingsopbouw afwachten, zo nodig de be-
treffende meldingen bevestigen.
Tips voor een goede verbinding
SmartLink
▶
WLAN Info-
▶
aantippen.
▶
▶
SmartLink
SmartLink-functie
SmartLink biedt de mogelijkheid om gecertificeerde
applicaties van een aangesloten mobiel apparaat op
het infotainmentbeeldscherm weer te geven en te
bedienen.
De certificering kan beperkt zijn door het gebruik
van de nieuwste update van de betreffende Smart-
Link-applicatie.
Applicaties kunnen bv. worden gebruikt voor de rou-
tegeleiding, het bellen, het luisteren naar muziek en
dergelijke.
Het mobiele apparaat kan via een USB-kabel of wifi
worden verbonden.
Ondersteunde verbindingstypen
SmartLink ondersteunt de volgende verbindingsty-
pen.
▶
▶
▶
Overzichten van de SmartLink-verbinding
Hoofdmenu SmartLink
›
A
B
Alleen de te verbinden hotspot ingeschakeld laten,
de andere hotspots uitschakelen.
Niet-gebruikte hotspots wissen. Hierdoor wordt
de voor de verbindingsopbouw benodigde tijd ver-
kort.
Bij enkele hotspots duurt de verbindingsopbouw
langer, het einde van de verbindingsopbouw af-
wachten.
Bij onderbreking van de verbindingsopbouw op-
nieuw naar beschikbare hotspots zoeken en de
verbindingsopbouw herhalen.
Android Auto.
Apple CarPlay.
MirrorLink.
aantippen.
Eerder verbonden apparaat
Momenteel verbonden apparaat
Weergave van de informatie over SmartLink