112 Starten en rijden ›
Startproblemen
LET OP
Gevaar voor oververhitting van de motor!
Na hoge motorbelasting de motor niet direct af-
▶
zetten als de wagen stilstaat, maar nog circa 1 mi-
nuut stationair laten draaien.
Startproblemen
Startproblemen oplossen
LET OP
Gevaar voor schade aan motor en katalysator!
De wagen niet starten door deze aan te slepen
▶
De motor slaat niet aan
›
Het contact uitschakelen.
›
30 s wachten en opnieuw starten.
›
Indien de motor niet aanslaat, starten met behulp
van de accu van een andere wagen
de hulp van een specialist inroepen.
De motor slaat niet aan, op het display verschijnt
een melding over de wegrijblokkering
›
De andere wagensleutel gebruiken.
›
Indien de motor niet aanslaat, de hulp van een spe-
cialist inroepen.
De sleutel kan niet worden gedraaid in het con-
tactslot
›
Het stuurwiel iets heen en weer bewegen en ge-
lijktijdig de sleutel draaien.
Met de startknop kan niet worden gestart, het sys-
teem heeft de sleutel niet herkend
De sleutel kan mogelijk niet worden herkend als
de batterij in de sleutel bijna leeg is of als het signaal
wordt gestoord.
De motor kan niet met de startknop worden afge-
zet
›
De startknop ingedrukt houden of tweemaal druk-
ken.
De koelluchtventilator blijft draaien na het afzetten
van de motor
De koelluchtventilator kan na het afzetten van de
motor nog ongeveer 10 min doordraaien. Dit is geen
defect.
» Pagina 139
of
›
De startknop met de
sleutel indrukken.
›
Indien de motor niet
aanslaat, de hulp van
een specialist inroepen.
De motor maakt geluiden na de koude start
Het verhoogde werkingsgeluid wordt veroorzaakt
door het kortstondig verhoogde motortoerental. Dit
is geen defect.
Start-stopsysteem
Gebruiksdoel
Het start-stopsysteem vermindert schadelijke emis-
sies en de CO
-uitstoot en bespaart brandstof.
2
Als het systeem herkent dat bij het stoppen het
draaien van de motor niet nodig is, wordt de motor
afgezet en voor het wegrijden weer gestart.
Werking
Wagen met schakelbak
Een systeemgerelateerde uitschakeling van de mo-
tor vindt plaats bij het stoppen, bij het schakelen van
de versnellingshendel in de neutrale stand en bij het
loslaten van het koppelingspedaal.
Een systeemgerelateerd starten van de motor vindt
plaats wanneer het koppelingspedaal wordt inge-
trapt.
Wagen met automatische versnellingsbak
Een systeemgerelateerde uitschakeling van de mo-
tor vindt plaats wanneer wordt gestopt en het rem-
pedaal wordt bediend.
Een systeemgerelateerd starten van de motor vindt
plaats na het loslaten van het rempedaal.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
De motor is door het start-stopsysteem uitge-
schakeld
Motor is door het start-stopsysteem niet uit-
geschakeld, omdat niet aan de werkingsvoor-
waarden is voldaan
Weergave van gedetailleerde informatie op het in-
fotainmentbeeldscherm
Wagenstatus
Of:
Wagenstatus
Werkingsvoorwaarden
Sommige voorwaarden zijn systeemgerelateerd en
kunnen niet worden beïnvloed of herkend. Daarom
kan het systeem in situaties, die voor de bestuurder
identiek zijn, verschillend reageren.
De bestuurder moet aan de volgende voorwaarden
voldoen.