Starten en rijden
Starten met de sleutel
Aanwijzingen voor het starten
GEVAAR
Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen!
De motor niet laten draaien in afgesloten ruimtes.
▶
Standen van de sleutel in het contactslot
Wagen met schakelbak starten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
De versnellingshendel in de neutrale stand zetten.
›
Het koppelingspedaal ingetrapt houden.
›
De sleutel in de stand
3
›
De sleutel loslaten.
Wagen met automatische versnellingsbak starten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
Het rempedaal ingetrapt houden.
›
De keuzehendel in stand of zetten.
›
De sleutel in de stand
3
›
De sleutel loslaten.
Bij wagens met dieselmotoren gaat na het inscha-
kelen van het contact het controlelampje
gloeisysteem branden. De motor slaat na het uitgaan
van
aan.
VOORZICHTIG
Gevaar voor een onverwachte beweging van de wa-
gen!
Bij temperaturen onder -10 °C de wagen starten
▶
met de keuzehendel in stand .
Motor afzetten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
De sleutel in de stand
1
Bij wagens met automatische versnellingsbak kan de
sleutel alleen worden verwijderd als de keuzehendel
in stand staat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vergrendeling van de stuurinrichting!
Tijdens het rijden met afgezette motor moet het
contact ingeschakeld zijn.
Contact uitgescha-
1
keld
Contact ingescha-
2
keld
Motor starten
3
draaien.
draaien.
- Voor-
draaien.
Starten en rijden ›
Starten met de sleutel
LET OP
Gevaar voor oververhitting van de motor!
Na hoge motorbelasting de motor niet direct af-
▶
zetten als de wagen stilstaat, maar nog circa 1 mi-
nuut stationair laten draaien.
Startknop
Aanwijzingen voor het starten
GEVAAR
Vergiftigingsgevaar door uitlaatgassen!
De motor niet laten draaien in afgesloten ruimtes.
▶
Werkingsvoorwaarden
✓ De wagensleutel bevindt zich in het interieur.
LET OP
Gevaar voor verlies resp. beschadiging van de sleutel!
Het systeem kan de sleutel herkennen, ook als deze
op het dak van de wagen ligt en is vergeten.
De sleutel altijd bij u dragen.
▶
Contact in- en uitschakelen
›
Op de startknop drukken.
Wagen met schakelbak starten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
De versnellingshendel in de neutrale stand zetten.
›
Het koppelingspedaal ingetrapt houden.
›
Op de startknop drukken.
Wagen met automatische versnellingsbak starten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
Het rempedaal ingetrapt houden.
›
De keuzehendel in stand of zetten.
›
Op de startknop drukken.
Bij wagens met dieselmotor gaat na het inschake-
len van het contact het controlelampje
gloeisysteem branden. De motor slaat na het uitgaan
van
aan.
VOORZICHTIG
Gevaar voor een onverwachte beweging van de wa-
gen!
Bij temperaturen onder -10 °C de wagen starten
▶
met de keuzehendel in stand .
Motor afzetten
›
De wagen met de parkeerrem beveiligen.
›
Op de startknop drukken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vergrendeling van de stuurinrichting!
Tijdens het rijden met afgezette motor moet het
contact ingeschakeld zijn.
111
- Voor-