Achteruit fileparkeren
Achteruit inparkeren
Vooruit inparkeren
De parkeermodus kan worden gewisseld, door op de
toets
te drukken.
Door opnieuw op de toets
systeem uitgeschakeld.
›
Om naar de oorspronkelijk geadviseerde parkeer-
modus terug te keren opnieuw op de toets
drukken.
Voor de inparkeermanoeuvre
›
Als er een geschikte parkeerruimte wordt gevon-
den, stoppen en overeenkomstig de pijl op het dis-
play vooruit- of achteruitrijden.
›
Zodra een melding over de stuuringreep wordt
weergegeven, het stuurwiel loslaten. Het sturen
wordt door het systeem overgenomen.
Inparkeermanoeuvre
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwondingen!
Tijdens het inparkeren niet tussen de stuurwielspa-
▶
ken grijpen.
›
De omgeving van de wagen in de gaten houden en
overeenkomstig de pijl op het display achteruit- of
vooruitrijden.
›
Zodra op het display het symbool
gegeven en een akoestisch signaal klinkt, stoppen.
Het stuurwiel wordt overeenkomstig gedraaid. Het
symbool
gaat uit.
›
Overeenkomstig de pijl op het display achteruit- of
vooruitrijden.
Zodra de inparkeermanoeuvre is voltooid, wordt de
betreffende melding weergegeven en klinkt een
akoestisch signaal.
De inparkeermanoeuvre kan op elk moment worden
onderbroken door op de toets
Wanneer gedeeltelijk vooruit wordt ingeparkeerd
in een geschikte parkeerruimte dwars op de rijbaan,
op de toets
drukken. De inparkeermanoeuvre
wordt door het systeem voltooid.
te drukken, wordt het
wordt weer-
te drukken.
Parkeerhulpsystemen ›
Uit een fileparkeerruimte uitparkeren
›
De toets
indrukken. Bij ingeschakeld systeem
brandt in de toets het symbool
›
De aanwijzingen op het display opvolgen.
Automatische snelheidsverlaging
Als een snelheid van 7 km/h wordt overschreden tij-
dens het inparkeren, verlaagt het systeem de snel-
heid.
Bij de tweede snelheidsoverschrijding van 7 km/h
wordt de inparkeermanoeuvre beëindigd.
Beperking
Als de parkeerruimte te klein is, kan er niet met hulp
van het systeem worden uitgeparkeerd. Op het dis-
play in het instrumentenpaneel verschijnt een betref-
fende melding.
Probleemoplossing
Melding systeem niet beschikbaar
›
De motor afzetten en weer starten.
›
Is het systeem dan nog steeds niet beschikbaar, de
hulp van een specialist inroepen.
Onjuiste eindpositie van de wagen in de parkeer-
ruimte
De correcte inparkeerprocedure is afhankelijk van de
omtrek van de wielen. Indien andere dan door ŠKO-
DA AUTO goedgekeurde wielen worden gemon-
teerd het systeem door een specialist opnieuw laten
instellen.
Parkeerassistent
131
.