28 Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
Hoofdsteunen achterin verwijderen en
aanbrengen
Verwijderen
de opening met een schroevendraaier indrukken en
de hoofdsteun verwijderen.
Aanbrengen
›
De hoofdsteun in de rugleuning schuiven.
De vergrendelingsknop moet hoorbaar vergrende-
len.
Armsteun voorin
Overzicht
Armsteun achterin
Overzicht
Armsteun voorin
›
De betreffende rugleu-
ning gedeeltelijk naar
voren klappen.
›
De hoofdsteun naar
boven tot de aanslag
verschuiven.
›
De vergrendelingsknop
ingedrukt houden
A
en gelijktijdig de ver-
grendelingsknop
in
B
Opbergvak onder de
A
armsteun openen
Armsteun in lengte-
B
richting instellen
De armsteun is aan on-
derzijde voorzien van een
kaarthouder.
›
De armsteun omlaag-
klappen.
De omlaaggeklapte arm-
leuning kan als tafel wor-
den gebruikt.
Stoelverwarming
Waarop letten
WAARSCHUWING
Verbrandingsgevaar!
Bij personen met een beperkte pijn- of tempera-
▶
tuurwaarneming de stoelverwarming niet gebrui-
ken.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de stoel!
Niet op de stoelen knielen en deze ook niet aan an-
▶
dere puntbelastingen blootstellen.
De verwarming in de volgende situaties niet in-
▶
schakelen.
▶
De stoel is niet bezet.
▶
Op de stoelen bevinden zich voorwerpen, bv.
een kinderzitje.
▶
Op de stoelen zijn extra beschermhoezen aan-
gebracht.
Bediening
De stoelverwarming van de voorstoelen en de bui-
tenste zitplaatsen achterin functioneert bij draaiende
motor.
›
De toets
of
indrukken om de stoelverwarming
in te schakelen.
De stoelverwarming wordt met maximumverwar-
mingsvermogen ingeschakeld. Door nogmaals op de
toets te drukken, wordt het verwarmingsvermogen
teruggeregeld tot de verwarming uitschakelt.
Het verwarmingsvermogen wordt aangegeven aan
de hand van het aantal brandende controlelampjes in
de toets of op het display van de Climatronic.
Indien de stoelverwarming met het maximumver-
warmingsvermogen wordt ingeschakeld, wordt na
10 minuten het verwarmingsvermogen automatisch
teruggeregeld.
Stuurwiel
Stand instellen
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het stuurwiel niet tijdens het rijden instellen.
▶
›
De borghendel naar
beneden zwenken.