LET OP
Gevaar voor beschadiging van onderdelen van de
motorruimte!
Na het bijvullen van de ruitensproeiervloeistof het
▶
reservoir sluiten.
Het ruitensproeiervloeistofreservoir bevindt zich in
de motorruimte
» Pagina
9.
De inhoud van het reservoir bedraagt 3 liter, bij wa-
gens met koplampsproeiers 4 liter.
Probleemoplossing
Ruitensproeiervloeistofpeil te laag
of
brandt
›
De ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Vastgevroren ruitenwissers
›
Vastgevroren ruitenwissers voor het inschakelen
van het contact voorzichtig van de ruit losmaken
en van sneeuw en ijs bevrijden.
Ruitenwisserarmen wegklappen en
ruitenwisserbladen vervangen
Ruitenwisserarm van de ruit wegklappen
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de ruitenwissers en de
motorkap!
De motorkap sluiten, voordat de ruitenwisserar-
▶
men van de ruit worden weggeklapt.
Als de ruitenwisserarmen zijn weggeklapt het con-
▶
tact niet inschakelen.
›
Het contact in- en weer uitschakelen.
Ruitenwisserbladen vervangen
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen!
De ruitenwisserbladen een- tot tweemaal per jaar
▶
vervangen.
›
De ruitenwisserarm van de ruit wegklappen.
Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
›
Binnen 10 s de bedie-
ningshendel naar bene-
den drukken en onge-
veer 2 s vasthouden.
De ruitenwisserarmen
nemen de stand voor
het wegklappen in.
›
De ruitenwisserarmen
van de ruit wegklap-
pen.
Ruitenwissers en -sproeiers
›
›
›
›
drukken.
45
De borging indrukken
en het wisserblad ver-
wijderen.
Het nieuwe wisserblad
aanbrengen tot deze
vastklikt.
De ruitenwisserarm op
de ruit terugklappen.
Het contact inschake-
len en de bedienings-
hendel naar beneden