7.2 Mechanische veiligheid
•
Er mogen geen voorwerpen in de buurt van de stoel aanwezig zijn, waarbij het risico bestaat op botsingen
met de stoel (meubels, standaards, enz.).
•
Plaats nooit andere voorwerpen onder het matrasrooster.
•
Niemand mag zich in de ruimte onder de stoel ophouden.
•
Ga nooit naar het gebied onder de stoel dat aangedreven wordt door een motor (rugleuning, zitting en
voetsteun).
•
Zorg ervoor dat zich niemand in het bereik van bewegende delen bevindt voordat u de instelling van de
stoel wijzigt.
•
Controleer voor iedere wijziging van een instelling de kabels of ze niet in de knoop en / of verward zijn.
•
Na het installeren van de stoel moeten alle remmen worden geactiveerd om ongewenste beweging van de
stoel te voorkomen - bijvoorbeeld wanneer de patiënt zit. Bij het verstellen van de stoel moeten alle vier de
wielen contact maken met de vloer en moeten ze worden geremd.
27/82
Waarschuwing:
Attentie
D9U001ODA-0107