Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruik
9.5
Manueel reinigen, tussendoor
NL
spoelen, desinfecteren, defi-
nitief spoelen, drogen
Voor de manuele reiniging en desinfectie is een
gecombineerd reinigings- en desinfectiemiddel
vereist met de volgende eigenschappen:
– gekeurde, event. virucide werking (DVV/RKI,
VAH of Europese normen)
– zonder chloor, oplosmiddel, sterke logen (pH
>11) geen sterke oxiderende stoffen
Meer informatie zie "8 Reiniging en desinfectie".
Reinigen
Plaats afzonderlijke delen in een desinfectie-
❯
middelbad zodat alle onderdelen bedekt zijn.
De inwerktijden van het reinigingsmiddelen in
❯
acht nemen.
Tussenspoelen
Na afloop van de voorgeschreven inwerktijd:
Alle componenten onder water gedurende min-
❯
stens 1 minuut afspoelen (temperatuur < 35
°C).
Desinfecteren
Plaats de componenten in een desinfectiemid-
❯
delbad zodat alle onderdelen bedekt zijn.
Neem de inwerktijden van het desinfectiemid-
❯
del in acht.
Definitief spoelen
Na afloop van de voorgeschreven inwerktijd:
Alle componenten onder water gedurende min.
❯
1 minuut (temperatuur < 35 °C) afspoelen.
Drogen
Indien nodig afdrogen met een hygiënische,
❯
pluisvrije doek op een schone plaats.
Componenten met perslucht op een schone
❯
plaats droog blazen.
52
9.6
Machinaal reinigen, tussen-
door spoelen, desinfecteren,
definitief spoelen, drogen
Keuze van het reinigings- en desinfectieappa-
raat (RDG)
Voor de machinale reiniging en desinfectie is een
RDG vereist met de volgende eigenschappen en
gevalideerde processen:
– beantwoordt aan ISO 15883 met gecontro-
leerde efficiëntie
– gecontroleerd programma voor de thermische
-waarde ³ 3000 of min. 5 minu-
desinfectie (A
0
ten op 93 °C)
– Programma geschikt voor de componenten en
met voldoende spoelcycli.
Verdere informatie "9.3 Algemene informatie".
Keuze van de reinigingsmiddelen machinaal
Volgende eigenschappen zijn noodzakelijk:
– materiaalcompatibel tegenover product
– beantwoordt aan de specificaties van de pro-
ducent van het RDG
Meer informatie (zie "9.3 Algemene informatie").
Reinigen en desinfecteren
Alle componenten in de RDG plaatsen (neem
❯
de gegevens/aanwijzingen van de fabrikant in
acht).
Spoelschaduw vermijden.
❯
Componenten met een geschikte houder van
❯
het RDG fixeren.
9.7
Controleren en functie nakij-
ken
Na beëindiging van de reinigings- en desinfec-
❯
tiecyclus de componenten controleren op rest-
vuil en restvocht. Indien nodig de cyclus herha-
len.
Indien nodig beschadigde componenten ver-
❯
vangen.
Onderdelen na het drogen en controleren
❯
indien mogelijk meteen verpakken.
2210200845L14 2103V004
Advertenties
Inhoudsopgave
