Gebruik
Sinusfoto
NL
Plaats de patiënt zodanig dat hij met zijn
❯
onderlip zachtjes tegen de kinsteun duwt.
Positie met lichtbundels instellen
De lichtvizieren bestaan uit laserstralen
van klasse 1. Deze kunnen de patiënt
enigszins verblinden, maar zijn niet scha-
delijk voor de ogen.
Bij CBCT-opnamen is positionering op
basis van de midsagittale voldoende.
Voor alle andere opnamen moet de pati-
ent met behulp van volgende stappen
nauwkeuriger worden gepositioneerd.
Het uitlijnen van het lichtvizier 'bovenste
hoektand' is bij panorama-opnames
bepalend voor de beeldkwaliteit.
Controleer of de patiënt de ogen heeft geslo-
❯
ten.
Corrigeer de hoogte van het apparaat indien
❯
nodig opnieuw.
Het lichtvizier met de toets
❯
Het lichtvizier "midsagittale" controleren en de
❯
positie van de patiënt indien nodig corrigeren.
40
Het hoofd van de patiënt met behulp van het
❯
lichtvizier uitlijnen op basis van de Frankfurter
horizontale.
Uitzondering: sinusfoto. De patiënt overstrekt
de halswervelkolom ca. 10° tot 15° naar ach-
teren.
Afb. 3: Frankfurter horizontale: laser ter hoogte
van de onderste oogrand
De kanteling van het hoofd door de hoogte van
❯
het apparaat corrigeren.
Het lichtvizier indien nodig handmatig corrige-
ren.
activeren.
2210200845L14 2103V004