3. BEDIENING
B
A Koelwatertank
B Aftapkraanvoor zee-
water
A
C
B
A Stoprelais
B Aftapkraan voor zoet water
(2) Verwijder de vuldop van de warmte-
wisselaar door de dop tegen de
NL
klok eenderde slag te draaien.
A
D
A Vuldop
B Zoetwaterkoeler
28
A
C
C Aftapkraan voor zeewater
C Vliegwielbehuizing
C
B
C Nok
D Kepen
(3) Giet koelwater langzaam in de tank
voor zoet water/koelmiddel opdat
zich geen bellen vormen. Giet bij tot
het water overloopt uit de vulope-
ning.
Als de vuldop loszit op
GEVAAR
een hete motor, kan er
stoom en/of heet water uit
de opening spuiten als u
er water in giet. Pas op
voor brandwonden!
(4) 4. Plaats na het vullen met koelwa-
ter de vuldop terug en draai hem
stevig vast. Als u dat niet goed
doet, treedt er koelwaterlekkage op.
Plaats de twee nokken aan de
vuldop boven de kepen in de vulo-
pening en draai de dop eenderde
slag met de klok mee.
(5) Verwijder de dop van het koelmid-
delexpansievat en vul het koelmid-
delmengsel bij tot de ondergrens.
Doe de dop er weer op.
Capaciteit van het koelmiddelexpan-
sievat:
0,8 L (1,7 pints)
(6) Controleer de rubberslang die het
koelmiddelexpansievat verbindt
met de zoetwaterkoeler. Ga na of de
slang stevig vast zit en of de slang
niet slingert of beschadigd is.
Een slang die niet waterdicht is, ver-
oorzaakt een overmatig verbruik van
koelwater.