2. PRODUCTBESCHRIJVING
2.5 Bedieningsapparatuur
De bedieningsapparatuur in de stuurhut
die afstandsbediening mogelijk maakt, be-
staat uit het instrumentenpaneel dat met
een draadboom is verbonden, de af-
standsbedieninghendel die via bedie-
ningskabels gekoppeld is aan de
verschillende regelhefbomen van de mo-
tor en de keerkoppeling.
2.5.1 Instrumentenpaneel
2.5.1.1 Bediening en uitrusting
Het instrumentenpaneel bevindt zich in de
stuurhut. Met de volgende instrumenten
kunt u de motor starten/stoppen en tijdens
bedrijf de toestand ervan controleren.
Instrumenten, uitrusting
Contactslot
Draaischakelaar met 4
standen
NL
GLOW OFF ON
Stopknop
18
Werking
De contactsleutel kan ingestoken of verwijderd worden. Elektrische
Uit
spanning volledig uitgeschakeld.
De elektrische spanning op de bedieningselementen en de uitrus-
ting is ingeschakeld. De motor blijft draaien. Om de motor te stop-
ON
pen,moet de sleutel in de ON-stand staan. Als de motor tot stilstand
is gekomen, zet u het contactslot in de stand OFF.
In de START-stand start u de motor. Deze stand schakelt de elektri-
START
sche spanning op de startmotor in. Als u de sleutel loslaat, keert hij
START
automatisch terug naar de ON-stand.
De stand voor de starthulp van de motor. De elektrische stroom
GLOW
naar de luchtverhitter/gloeiplug wordt ingeschakeld. Als u de sleutel
loslaat, draait hij automatisch naar de ON-stand.
Opmerking.: Als u de motor niet gebruikt, kunt u de sleutel het beste uit het contactslot halen en
het slot tegen corrosie beschermen door het sleutelgat af te dekken met het kapje.
Drukknop om de motor te stoppen. Schakelt de elektrische spanning voor het
stoprelais in.
B type
20
20
30
30
-1
-1
min
min
Mpa
Mpa
10
10
40
40
0
50
50
trancasers
trancasers
A
B
A Tachometer
B Urenteller
E Contactslot
F Afdekkapje voor con-
tactslot
G Stopknop
H
I
J
K
STOP
STOP
OFF
OFF
SLOW
SLOW
ON
ON
START
START
E
F
G
H Alarm hoge koelmid-
deltemperatuur
I Alarm lage smeerolie-
druk
J Alarm voor water in de
Sail Drivepakking
K Alarm lage acculaad-
stroom