Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nidec Control Techniques Mentor MP Handleiding pagina 58

Inhoudsopgave

Advertenties

Conflicten tussen SmartCard data en Mentor MP tijdens programmeren van de Mentor MP:
- Als het Mentor MP data en de SmartCard data niet in overeenstemming zijn zal een C.Prod of C.tyP trip optreden en de
data overdracht niet plaatsvinden.
- Als er een verschil is in de samenstelling van de optiemodules in de Mentor MP en de SmartCard data, zal het menu
van de desbetreffende optiemodule geladen worden met de fabrieksinstelling en een C.OPtn trip optreden.
- Als het typenummer van de Mentor MP en de SmartCard data niet in overeenstemming zijn, zullen alle type afhankelijke
parameters geladen worden met de fabrieksinstelling en een C.rtg trip optreden.
SmartCard datablokken:
De SmartCard heeft 999 individuele datablok locaties. Elke individuele datablok locatie van 1 t/m 499 kan gebruikt worden
om maximaal 4kb data in op te slaan. SmartCards met een capaciteit van 4 t/m 512kB zijn toepasbaar.
Datablok
Type
1 t/m 499
Lezen/schrijven Parametersets
500 t/m 999
Lezen
SmartCard datablok informatie:
In parameter 11.37 kan een datablok van de SmartCard geselecteerd worden, parameter 11.38 t/m 11.40 zullen
vervolgens de informatie verschaffen van dit geselecteerde datablok. Zie volgende pagina.
Overdragen van data:
De onderstaande codes kunnen ingegeven worden in een nulparameter gevolgd door de rode toets te bedienen.
Code
Actie
rEAd 1 Overdracht van SmartCard datablok 1 naar de Mentor MP.
rEAd 2 Overdracht van SmartCard datablok 2 naar de Mentor MP.
rEAd 3 Overdracht van SmartCard datablok 3 naar de Mentor MP.
PrOg 1 Overdracht van Mentor MP parameters afwijkend van fabrieksprogr. naar datablok 1 op de SmartCard.
PrOg 2 Overdracht van Mentor MP parameters afwijkend van fabrieksprogr. naar datablok 2 op de SmartCard.
PrOg 3 Overdracht van Mentor MP parameters afwijkend van fabrieksprogr. naar datablok 3 op de SmartCard.
2yyy
(Over)schrijf drive parameters afwijkend t.o.v. fabrieksprogr. naar een bootable SmartCard op locatie yyy
3yyy
Schrijf de gehele inhoud van de Mentor MP EEPROM in de SmartCard op locatie yyy.
4yyy
Schrijf de verschillen van de Mentor MP t.o.v. fabrieksprogrammering in de SmartCard op locatie yyy.
5yyy
Schrijf het On-board PLC programma van de Mentor MP in de SmartCard op locatie yyy.
6yyy
Schrijf datablok yyy van de SmartCard in de EEPROM van de Mentor MP.
7yyy
Wis op de SmartCard datablok yyy
8yyy
Vergelijk de parameters in de Mentor MP met datablok yyy in de SmartCard.
9555
Wel C.OPtn en C.rtg trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden overschreven.
9666
Geen C.OPtn en C.rtg trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden niet overschreven.
9777
Reset de read-only vlag in de SmartCard.
9888
Activeer de read-only vlag in de SmartCard.
9999
Wis de gehele SmartCard.
3yyy, Gehele parametersets schrijven in de SmartCard:
De gehele opgeslagen parameterset van de Mentor MP in de EEPROM wordt in de Smartcard op locatie yyy geschreven.
4yyy, Verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering schrijven in de SmartCard.
De verschillen tussen de Mentor MP programmering en de fabrieksprogrammering worden in de Smartcard op locatie yyy
geschreven. Dit kan gebruikt worden voor het creëren van macro's van klant specifieke programmeringen. Als bij deze
handeling de motorspecifieke programmering nog niet is uitgevoerd kan men deze parameterset in elke Mentor MP laden.
De code 4001 is gelijk aan #30 op - Prog - te programmeren of - PrOg 1 - in een nulparameter te programmeren.
5yyy, Een on-board PLC programma schijven in de SmartCard
Een on-board PLC programma wordt niet gezamenlijk met de parameterset van de Mentor MP geschreven en gelezen en
zal dus separaat in de SmartCard geschreven moeten worden. Via 6yyy kan het on-board PLC programma in de Mentor
MP geladen worden, wees u hierbij bewust dat deze handeling per Mentor MP ca.100 maal uitgevoerd mag worden.
#11.49 geeft het aantal downloads weer.
6yyy, Parameterset vanaf de SmartCard schrijven in de EEPROM van de Mentor MP.
De code 6001 is gelijk aan #30 op - rEAd - te programmeren of - rEAd 1 - in een nulparameter te programmeren.
Als de geselecteerde locatie op de SmartCard leeg blijkt te zijn zal een C.dAt trip optreden.
7yyy, Parameterset wissen op de SmartCard.
Als een C.Chg trip optreedt omdat getracht wordt een locatie te programmeren die reeds data bevat, kan met deze
instructie deze parameterset eerst gewist worden. Wissen van een reeds lege locatie geeft een C.dAt trip.
8yyy, Vergelijk twee parameterset in de Mentor MP en de SmartCard met elkaar.
De geselecteerde parameterset in de SmartCard wordt vergeleken met de inhoud van de EEPROM in de Mentor MP.
Indien er geen verschillen zijn zal de code 8yyy in de nulparameter weer op 0 gezet worden en indien er wel verschillen
zijn zal een C.cpr trip optreden. Als de geselecteerde locatie op de SmartCard leeg is zal een C.dAt trip optreden.
Mentor MP, Versie 6.2
Mentor MP
SmartCard
Toepassing
Omschrijving
SmartCard data lezen en schrijven via toetsenbord instructie
Macro's
Schijven vanuit optiemodule, lezen via toetsenbord instructie
Pagina 58 van 172
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave