Introductie:
De SmartCard kan toegepast worden om parametersets in op te slaan,
of om parametersets over te dragen naar een Mentor MP.
De SmartCard wordt meegeleverd met de Mentor MP en kan ondermeer
voor de volgende functies gebruikt worden.
- Parametersets kopiëren.
- Gehele parametersets in de Smartcard opslaan.
- Opslaan van verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering in de SmartCard.
- On-board PLC programmeringen opslaan in de SmartCard.
- Automatisch opslaan van parameterwijzigingen ten behoeve van servicedoeleinden.
De SmartCard kan geplaatst worden in de gleuf die zich naast de afneembare kap
bevindt, waarbij de goudkleurige contactvingers naar rechts gericht zijn. Data overdracht
vindt alleen plaats als een instructie wordt uitgevoerd en de SmartCard mag verwijderd
en geplaatst worden bij ingeschakelde voedingsspanning. Tijdens data overdracht zal de
rechtse decimale punt in het bovenste display knipperen. SmartCards met een capaciteit
van 4 t/m 512kB zijn toepasbaar.
Basisfuncties:
De volgende instructies kunnen door middel van #30 uitgevoerd worden:
#30 = nonE
Geen actie
#30 = rEAd + reset
SmartCard > Mentor MP
Voorwaarde is dat de Mentor MP niet in bedrijf mag zijn, hetgeen betekent dat het bovenste display rdy, inh of trip moet
weergeven. Na het ingeven van -rEAd- in #30 moet de rode toets op de Mentor MP bediend worden. De parameterset uit
de SmartCard wordt nu in de Mentor MP geladen en wordt direct in het geheugen van de Mentor MP opgeslagen. Na het
volbrengen van de overdracht zal #30 worden gereset naar -nonE-.
#30 = Prog + reset
Mentor MP > SmartCard
Na het ingeven van -PrOg- in #30 moet de rode toets op de Mentor MP bediend worden. De inhoud van de EEPROM in de
Mentor MP wordt nu geladen in de SmartCard. Na het volbrengen van de overdracht zal #30 worden gereset naar -nonE-
#30 = AutO
Mentor MP > SmartCard
Na het ingeven van -AutO- in #30 moet de rode toets op de Mentor MP bedient worden, de volledige parameterset zal nu in
de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu 0 van de Mentor MP wordt automatisch in de
SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van de Mentor MP worden opgeslagen door -SAVE- in een
nulparameter in te geven + reset, zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen worden. Na elke voeding
inschakeling zal -CArd- in display verschijnen en de parameters in de SmartCard geschreven worden. Bij het verwijderen
van de SmartCard zal #30 worden gereset naar -nonE-.
#30 = boot
Mentor MP < > SmartCard
Na het ingeven van -boot- in #30 moet de rode toets op de Mentor MP bedient worden, de volledige parameterset zal nu in
de SmartCard geschreven worden en -boot- zal in display verschijnen. Elke parameter wijziging in menu 0 van de Mentor
MP wordt automatisch ook in de SmartCard opgeslagen, te herkennen aan de knipperende, meest rechtse decimale punt in
de bovenste displayregel. Indien parameters in het geheugen van de Mentor MP worden opgeslagen door -SAVE- in een
nulparameter in te geven + reset, zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen worden. Na elke voeding
inschakeling zal -boot- in display verschijnen en de parameters van SmartCard in de EEPROM van de Mentor MP
geschreven worden. Bij het inschakelen van de voedingsspanning wordt de EEPROM in de Mentor MP overschreven met
de inhoud van de SmartCard en in het display staat -boot- tijdens deze parameter-overdracht.
Meerdere Mentor MP met de gelijke parameterset programmeren:
Als de parameterset in de SmartCard wordt geladen met #30 op -boot-, zal deze programmering overheersen met het
volgende resultaat. Als deze SmartCard vervolgens in een andere Mentor MP gestoken wordt en de voedingsspanning
van deze Mentor MP wordt ingeschakeld, zal direct de parameterset van de SmartCard in de EEPROM van de Mentor MP
worden opgeslagen, de inhoud van #30 zal hierbij niet worden overgedragen. Op deze wijze kunnen snel en eenvoudig
meerdere Mentor MP geprogrammeerd worden met dezelfde parameterset.
Uitwisselen van een Mentor MP:
Er bevindt zich wel of geen SmartCard in de uit te wisselen Mentor MP en #30 staat op -nonE-.
- Plaats een SmartCard in de uit te wisselen Mentor MP en programmeer #30 op -Prog- en druk op de rode toets.
- Plaats de SmartCard in de nieuwe Mentor MP en programmeer de #30 op -rEad- en druk op de rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Mentor MP en #30 staat op -AutO-.
- Vervang de Mentor MP, plaats SmartCard in de nieuwe Mentor MP, programmeer #30 op -Prog- ,druk op de rode toets.
Er bevindt zich een SmartCard in de Mentor MP en #30 staat op -boot-.
- Vervang de Mentor MP, plaats de SmartCard in de Mentor MP en schakel de voedingsspanning opnieuw in .
Mentor MP, Versie 6.2
Mentor MP
SmartCard
(equivalent van een nulparameter = rEAd 1)
(equivalent van een nulparameter = PrOg 1)
Pagina 57 van 172