L1
L2
L3
Q1
L1
L2
L3
Mentor MP
575V of 690V
uitvoering
Thyristorbrug
A1
A2
M
Anker
V ermogens-
schakelaar
L1-L2-L3
E 1-E 3
M
AC
voeding
Mentor MP, Versie 6.1
Mentor MP
Voedingsspanning > 480V
Trafo secundair
208 - 480V
L11
L12
E1
E3
Veldvoeding
Interne
voeding
F1
F2
DC motor
Veld
Mentor MP
Elektronicavoeding
L1-L2-L3
E 1-E 3
M
Alle Mentor MP bouwgroottes zijn leverbaar in 575V
uitvoering en bouwgrootte 2 is tevens leverbaar in 690V
uitvoering.
In alle gevallen blijft de elektronicavoeding E1-E3 geschikt
voor een voedingsspanning van 208 - 480V ±10%.
Door middel van een trafo zal de aan E1-E3 aangeboden
spanning omlaag getransformeerd moeten worden naar een
spanningsniveau tussen 208 en 480V.
Wees u bewust bij de keuze van de secundaire spanning
van de trafo, dat de motor veldspanning gevormd wordt uit
E1-E3 en dat de maximale veldspanning gelijk is aan 90%
van de aangelegde wisselspanning.
De toegepaste trafo moet qua vermogen minimaal bemeten
zijn voor het motorveld en mag absoluut geen faseverschui-
ving veroorzaken.Bij toepassing van een driefasen trafo
moet dit bij voorkeur een spaartrafo zijn. Indien een drie-
fasen scheidingstrafo wordt toegepast moet een driehoek/
driehoek (Dd) trafo of een ster/ster (Yy) trafo worden
toegepast. Een Dy of een Yd trafo is niet mogelijk.
Indien bij een stroomvoerende gelijkstroomregelaar de
thyristorbrugvoeding en elektronicavoeding gelijktijdig
worden afgeschakeld kan dit leiden tot zekering- en/of
thyristoruitval. Bij een 4-kwadrant thyristorregelaar zal
dit zelfs met een grote trefzekerheid gebeuren.
Om deze reden moet bij een Mentor MP dan ook zeker
gesteld worden dat de elektronicavoeding bij een
afgeschakelde thyristorbrugvoeding ten allen tijde blijft
ingeschakeld. Nevenstaande illustratie geeft een installatie
weer waar de voeding centraal wordt geschakeld door een
vermogensschakelaar. Deze vermogensschakelaar zal
bediend worden door het noodstopcircuit waarin diverse
beveiligingen zijn samengevoegd. Vaak is deze vermo-
gensschakelaar ook nog uitgerust met een thermische,
magnetische en aardlekbeveiliging.
In een dergelijke configuratie is het beslist noodzakelijk om
de elektronicavoeding van de Mentor MP af te takken voor
de vermogensschakelaar, zoals in illustratie hiernaast is
weergegeven. Bij voorkeur moet het noodstoprelais dat
de vermogensschakelaar bedient zijn uitgerust met een
tijdvertraging. Bij het aanspreken van het noodstoprelais
moet de stuurstroom onvertraagd uitgeschakeld worden,
wat direct zal resulteren in het wegvallen van de impuls-
vrijgave op klem 31 en het invallen van alle mechanische
remmen. Een seconden later kan dan de vermogens-
schakelaar afgeschakeld worden.
Pagina 28 van 163