Advertenties
Hoofdstuk 4
4.1.5 Gegevens kopiëren
Gegevens kunnen op het bedieningspaneel worden
opgeslagen en dan naar een andere frequentierege- laar-
eenheid worden gekopieerd. We raden sterk aan om voor
alle zekerheid een back-up van de gegevens te maken.
Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
① Selecteer R/W in het menu
② De functie "Read" (Lezen) wordt gebruikt voor het
opslaan van de gegevens vanaf de frequentieregelaar
naar het bedieningspaneel.
②-2. De functie "Write" (Schrijven) wordt gebruikt om
de in het bedieningspaneel opgeslagen gegevens
naar de frequentieregelaar te kopiëren.
(Om de gegevens een voor een te kopiëren, wordt de
functie sequentieel schrijven gebruikt)
Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
4.1.6 Automatische functies van het
bedieningspaneel
Met de systeemconfiguratie kunt u parameters instellen
en aanpassen met betrekking tot het bedieningspaneel.
STOP
Menu
01 Scroll mode
02 Read/Write
03 System setting
Home
oFW
・Beschikbare acties in de systeemconfiguratie
Naam
Taalselectie
Datumfunctie *1)
Leesvergrendeling
R/W schrijfmodus
Timer voor automatische
overgang naar het
beginscherm
Selectie beginscherm
Helderheid
Functie automatische
achtergrondverlichting uit
*2)
Knipperen bij
uitschakelen bij een fout
Achtergrondkleur
Basisinformatie
bewakingsdisplay
Modus bedieningspaneel
Versie bedieningspaneel
Initialisatie
bedieningspaneel
Zelf-diagnostische modus
*1) Voor het gebruik van de datumfunctie is een batterij
nodig.
Aanbevolen: Hitachi Maxwell CR2032, 3 V
De batterij moet om de twee jaar worden vervangen
terwijl de frequentieregelaar is uitgeschakeld.
*2) De functie automatische achtergrondverlichting uit is
uitgeschakeld bij uitschakelen bij een fout totdat deze
wordt gereset. Zie de gebruikershandleiding voor meer
informatie.
4-7
Parameters instellen
M1
M01
46.49
----
Memo
De taal wijzigen.
Tijdinstelling, weergaveformaat
en de instellingen voor de
accuwaarschuwing.
Beperkt de leeseigenschappen
van de gegevens.
Wijzig de R/W-gegevens-
parameters.
Stelt de tijd in voor de
automatische terugkeerfunctie
naar het beginscherm.
Stelt in welk scherm bij het
inschakelen wordt weergegeven
als beginscherm.
Past de helderheid van het
bedieningspaneel aan.
Stelt de uitschakeltijd en de
helderheid in.
Stelt in dat het scherm knippert
bij uitschakelen bij een fout.
Stelt de achtergrondkleur in.
Controleert de software-
informatie.
Gebruik deze instelling bij het
verbinden met oudere modellen.
Geeft de versie van het
bedieningspaneel weer.
Initialiseert het
bedieningspaneel.
Voert de zelf-diagnostische
modus uit.
Advertenties
