Hoofdstuk 2
2.2 De frequentieregelaar installeren
Transport
•
De frequentieregelaar maakt gebruik van plastic
onderdelen. Ga voorzichtig met de frequentie-
regelaar om om schade aan de onderdelen te
voorkomen.
•
Til de frequentieregelaar niet op aan de voorklep of
de afdekkap van het klemmenblok. Hierdoor kan de
frequentieregelaar vallen.
•
Installeer en gebruik de frequentieregelaar niet als
deze beschadigd is of als er onderdelen ontbreken.
Omgevingstemperatuur
•
Installeer de frequentieregelaar niet op een plaats
waar de omgevingstemperatuur boven of onder het
toegestane bereik komt zoals vastgelegd in de
standaard specificaties van de frequentieregelaar.
Omgevingstemperatuur:
ND-classificatie: -10 tot + 50 °C
LD-classificatie: -10 tot + 45°C
VLD-classificatie: -10 tot + 40°C
•
Laat voldoende ruimte rond de frequentieregelaar.
Meet de temperatuur op ongeveer 5 cm afstand van
het onderste middelpunt van de frequentie-
regelaar en controleer of de gemeten temperatuur
binnen het toegestane bereik ligt. Als u de
frequentieregelaar gebruikt bij een temperatuur
buiten dit bereik, verkort dit de levensduur van het
apparaat (met name van de condensator), wat
schade aan de frequentieregelaar veroorzaakt.
Installeer niet in een omgeving met hoge
temperaturen, een hoge vochtigheid of
waar gemakkelijk condens optreedt
•
Installeer de frequentieregelaar niet op een plaats
waar de relatieve luchtvochtigheid boven of onder
het toegestane bereik (20% tot 90% RV) komt, zoals
vastgelegd in de standaardspecificaties van de
frequentieregelaar. Vermijd plaatsen waar de
frequentieregelaar
condensatie.
•
Condens binnen de frequentieregelaar veroor-
zaakt kortsluitingen die schade aan de frequentie-
regelaar kunnen veroorzaken. Vermijd ook plaat-
sen waar de frequentieregelaar wordt bloot-
gesteld aan direct zonlicht.
wordt
blootgesteld
aan
Oppervlakken waarop de frequentie-
regelaar kan worden geïnstalleerd
•
De frequentieregelaar bereikt tijdens bedrijf een
hoge temperatuur (tot ongeveer 150 °C). Installeer
de frequentieregelaar op een verticale wand
gemaakt van niet-ontvlambaar materiaal (bijv.
metaal) om het risico van brand te vermijden.
•
Houd vooral voldoende afstand tussen de frequen-
tieregelaar en andere warmtebronnen (bijv. rem-
weerstanden en spoelen) als deze in de buurt zijn
geïnstalleerd.
Voor
P1-00044-L tot P1-02950-L
(P1-004L tot P1-550L)
of
P1-00041-H tot P1-01800-H (P1-
007H tot P1-550H)
30 cm
of meer
5 cm
30 cm
of meer
of meer
5 cm
of meer
Om snel slijtende onderdelen op de volgende modellen te kunnen
vervangen, is een vrije ruimte nodig van 22 cm of meer:
• P1-00800-L (P1-150L) tot P1-01240-L (P1-220L)
• P1-00380-H (P1-150H) tot P1-00620-H (P1-220H)
Om slijtbare onderdelen op de volgende modellen te kunnen
vervangen, moeten de geïnstalleerde eenheden worden verplaatst:
• P1-00044-L (P1-004L) tot P1-00600-L (P1-110L)
• P1-00041-H (P1-007H) tot P1-00310-H (P1-110H)
Muur
Luchtstroom
2-2
Installatie en bedrading
Voor
P1-02160-H tot P1-03610-H (P1-
750H tot P1-1320H)
30 cm
of meer
5 cm
of meer
30 cm
of meer
•
Houd voldoende ruimte tus-
sen de frequentieregelaar en
de kabelgoten boven en onder
de frequentieregelaar om te
voorkomen
dat
deze
ventilatie van de frequentie-
regelaar blokkeren.
Voor een maattekening van de
frequentieregelaar,
hoofdstuk 2-5.
5 cm
of meer
de
zie