Hoofdstuk 3
Frequentiebron 2
3.5 Commando multispeedklemmen
•
Als het commando multispeed is uitgeschakeld, volgt
het commando toerental de parameterinstellingen
[AA101].
•
Selecteer om multispeed 0 te gebruiken de
frequentiebron [AA101] = 07.
Status ingangsklemmen
8
7
COM
[CF2]
Frequentiebron
•
Verander het frequentiecommando door multispeed
ingangsklemmen [CF1] en [CF2] aan/uit te schakelen.
Parameter
Parameter
Frequentie-instelling op
[AA101]
bedieningspaneel
[FA-01]
Bron hoofdtoerental
*1)
[Ab110]
Instelling multispeed 0 1e motor
*1)
([CF1]OFF/[CF2]OFF)
[Ab-11]
Instelling multispeed 1
*2)
([CF1]ON/[CF2]OFF)
[Ab-12]
Instelling multispeed 2
*2)
([CF1]OFF/[CF2]ON)
[Ab-13]
Instelling multispeed 3
*2)
([CF1]ON/[CF2]ON)
[CA-06]
Klem 6 voor [CF1]
[CA-07]
Klem 7 voor [CF2]
*1) Als [AA101] = 07, zal een verandering aangebracht in
hetzij [FA-01] of [Ab110] automatisch zichtbaar zijn in
de andere. Als geen verandering kan worden
aangebracht of zichtbaar is in [FA-01], is het
bedieningspaneel niet opgegeven als commandobron
door de klemfunctie of [AA101].
*2) Stel de frequentiewaarde in voor multispeed.
5
6
COM
[CF1]
Instelge-
Details
gevens
07
0,00 Hz
0,00 Hz
0,00 Hz
0,00 Hz
0,00 Hz
001
002
Bediening en voorbeelden van I/O-aanpassingen
Startcommando bron 2
3.6 Gebruik met FW-/RV-klem
•
Selecteer [AA111] = 00 [FW][RV] klem op het
parameterinstelscherm.
Status ingangsklemmen
A
Start-/stopcommando
•
Start of stop door hetzij de klem [FW] of [RV] aan of uit
te zetten.
Parameter
Parameter
[AA111]
[CA-09]
[CA-08]
3-3
7
9
8
COM
[FW]
[RV]
Details
Starten met FW-/RV-klem
Klem 9 voor [FW]
Klem 8 voor [RV]
Instelge-
gevens
00
001
002