Hoofdstuk 2
2.11 Bedrading regelcircuit
■
Ingangsklemmen
• Alle COM's hebben hetzelfde elektrische potentiaal.
• Zet SW5 om naar externe voedingsbron (EX) om de
voedingsbron te verbinden met de ingangsklemmen
1 tot 9, A of B, en COM.
• Sink- of source-logica van de ingangsklem wordt omgezet
met SW6.
(Bedradingsvoorbeeld)
A
B
[EXT
[FW]
[USP]
]
• [] betekent standaard fabrieksinstellingen.
Label klem
9, 8,
7, 6,
5, 4,
3, 2,
1
A
B
COM
■
Standaardfunctie van klem ([symbool: nr. instelling])
[RS:028]Reset
• Reset bij elke activering.
[SCHG:015] Wijziging commandobron
• Verander naar het commando hoofdsnelheid [AA101](UIT) of
subsnelheid [AA102](AAN).
[JG:029]Jogging
Uitvoeren op een frequentie van
•
het commando door [JG]ON.
[FRS:032]Vrijloop stoppen
• [FRS]AAN zet de motor in een vrijloopstand.
[2CH:031]Tweetraps versnelling/vertraging
• [2CH]AAN activeert versnellings-/ vertragingstijd-
2[AC124][AC126].
Ingangsklem
7
9
8
COM
[CF2
[RV]
]
Naam klem
Klemfuncties kunnen worden geselecteerd overeen-
komstig de parameterinstellingen voor elke klem.
Ingangsklem
Door SW6 te wisselen tussen SRC of SINK kunt u SINK of
Source-logica gebruiken.
Dit is een klem voor de pulsingang. Klemmen A en B
Pulsingang A
kunnen tevens worden gebruikt als ingangsklem.
Klemfuncties kunnen worden geselecteerd overeen-
komstig de parameterinstellingen voor elke klem.
Pulsingang B
De maximale ingangspulsfrequentie is 32 kpps.
Ingang
Dit is een gemeenschappelijke klem voor digitale
(gemeen-
ingangsklemmen (1,2,3,4,5,6,7,8,9,A en B). Er zijn drie
schappelijk)
COM-klemmen beschikbaar.
[AG-20] na ontvangst van
Klemmen regelcircuit
SW5
6
5
4
COM
[CF1
[2CH
[FRS
]
]
]
Omschrijving
[FW:001]Voorwaarts draaien en [RV:002]achterwaarts draaien
Achterw
Voorwaarts
aarts
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
Commando's [CF1:003]Multispeed-1 en [CF2:004]Multispeed-2
Multispeed-1
Multispee
CF1
d-2 CF2
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
AAN
AAN
AAN
*) Door CF3 en 4 in te stellen, kunt u tot een 16-voudig
toerental gaan.
[EXT:033]Extern uitschakelen bij een fout
• [EXT]AAN geeft Uitschakelen bij een fout[Er012] weer.
[USP:034]Bescherming tegen onbewaakt starten
• Als in de stand [USP]AAN een commando is ingevoerd
voordat de voeding actief is, wordt Uitschakelen bij een
fout[Er013] weergegeven.
2-18
Installatie en bedrading
SW6
2
3
1
COM
[SCHG
[JG]
[RS]
]
Elektrische kenmerken
Spanning tussen elke ingang en COM-
klemmen.
• AAN spanning min. 18 VDC
• UIT spanning max. 3 VDC
• Max. toegestane spanning 27 VDC
• Stroombelasting 5,6 mA (bij 27 VDC)
Spanning tussen een ingang en COM-
klemmen
• AAN spanning min. 18 VDC
• UIT spanning max. 3 VDC
• Max. toegestane spanning 27 VDC
• Stroombelasting 5,6 mA (bij 27 VDC)
• Max. ingangspulsfrequentie 32 kpps
Omschrijving
Geen commando
Commando voorwaarts draaien
Commando achterwaarts draaien
Geen commando [inconsistente logica]
Omschrijving
De ingestelde frequentiebron is ingeschakeld.
De frequentiebron [Ab-11] is ingeschakeld.
De frequentiebron [Ab-12] is ingeschakeld.
De frequentiebron [Ab-13] is ingeschakeld.