Hoofdstuk 7
7.3 Algemene specificaties
PWM-systeem
Bereik uitgangsfrequentie *1)
Frequentienauwkeurigheid
Frequentieresolutie
Regelsysteem *2)
Toerentalwisselingen *3)
Versnellings-/vertragingstijd
Display
Startfuncties
Stopfuncties
Functie ter voorkomen van
vastlopen
Beschermingsfuncties *4)
Andere functies
Paneel
Extern signaal *5)
Communicatiepoort
Bedieningspaneel
Extern signaal
Communicatiepoort
Slimme ingangsklemmen
Back-upvoeding klemmen
Functionele veiligheid STO-
ingangsklem
Ingangsklem thermistor
*1) Bereik uitgangsfrequentie is afhankelijk van de methode van
motorregeling en de gebruikte motor. Raadpleeg de fabrikant van de
motor voor de maximaal toegestane frequentie van de motor als
deze boven 60 Hz werkt.
*2) Als u de regelingsmodus wilt wijzigen en de motorconstante is niet
correct ingesteld, dan kan het gewenste startkoppel niet worden
verkregen en bestaat de mogelijkheid van uitschakelen door een fout.
*3) Met betrekking tot de regeling van het toerentalbereik van de
motor, is het variabele bereik afhankelijk van het systeem van de
klant en de omgeving waarin de motor wordt gebruikt. Neem voor
meer informatie contact met ons op.
Sinusgolf-PWM-systeem
0,00~590,00 Hz
Voor de hoogste frequentie, digitaal ± 0,01%, analoog ± 0,2% (25 ± 10 ℃)
Digitaal: 0,01 Hz
Analoog: Max. frequentie/4000
(Klem Ai1/Ai2: 12-bits/0~+10 V of 0~+20 mA, klem Ai3 12-bits/-10~+10 V)
V/f-regeling (constant koppel/verminderd koppel/vrij), automatische boost-regeling, V/f-regeling met encoder
IM
(constant koppel/verminderd koppel/vrij), automatische boost-regeling met encoder, cascade-type sensorloze
vectorregeling, 0Hz-sensorloze vectorregeling, cascade-type vectorregeling met encoder.
Methoden voor synchroon opstarten voor vectorloze slimme regeling/methoden voor IVMS-opstarten voor
SM/PMM
vectorloze slimme regeling
± 0,5% (sensorloze vectorregeling)
0,00~3600,00 s (lineair, S-curve, U-curve, omgekeerde U-curve, EL-S-curve)
Uitgangsfrequentie, uitgangsstroom, uitgangskoppel, geschiedenis uitschakelen bij een fout, geschiedenis ingangs-/uitgangsklem,
functie ingangs-/uitgangsklem, ingangs-/uitgangsvermogen, PN-spanning enz. zijn beschreven in hoofdstuk 4-11 (Beschrijving
bewakingsdisplay).
Gelijkstroomremmen na starten, frequentieafstemming na starten, actieve frequentieafstemming bij starten, laagspanningsstart,
herstarten opnieuw proberen.
Na stoppen vrij lopen, vertragingsstop; gelijkstroomremmen of extern gelijkstroomremmen (remkracht, tijd, instellen
bedrijfstoerental)
Functie overbelastingslimiet, onderdrukking overstroom, functie onderdrukken overspanning
Overstroomfout, overbelastingsfout, overbelasting remweerstand, overspanningsfout, geheugenfout, onderspanningsfout,
stroomdetectorfout, CPU-fout, externe fout uitschakelen bij een fout, USP-fout, aardingsfout, overspanning voeding, fout
stroomuitval, fout bij temperatuurdetectie, afnemen draaisnelheid koelventilator, temperatuurfout, fase-ingangsfout, IGBT-fout,
fase-uitgangsfout, thermistorfout, remfout, fout overbelasting lage-snelheidsbereik, overbelasting frequentieregelaar, fout in
RS485-communicatie, RTC-fout, de rest is beschreven in 5-1 "Functielijst ingangsklemmen".
Instelling V/f vrij (7 punten), bovenste en onderste toerentallimiet, toerentalsprong, curveversnelling en vertraging, handmatige
koppelversterking, energiebesparende handeling, aanpassen analoge uitgang, minimale toerental, aanpassen schakelfrequentie,
thermo-elektronische motorfunctie (vrij is mogelijk), thermische functie frequentieregelaar, extern starten-stoppen (toerental en
tempo), selectie frequentie-ingang, opnieuw proberen uitschakelen bij fout, herstarten stoppen, verschillende signaaluitgangen,
initialisatie-instellingen, PID-regeling, automatisch vertragen bij uitschakelen, functie rembesturing, commerciële schakelfunctie,
auto-tuning (on-/offline), de rest is beschreven in 4-13 "Beschrijving parameters".
Toetsen OMHOOG, OMLAAG volgens de ingestelde parameter.
Klem Ai1/Ai2 (voor ingangsspanning) 0~10 V gelijkstroom ingesteld door de ingangsspanning (ingangsimpedantie: 10 kΩ)
Klem Ai1/Ai2 (voor ingangsstroom)
Klem Ai3
Klem multitoerental
Ingang voor pulstrein
RS485 seriële communicatie (protocol: Modbus-RTU)
Met de RUN/Stop-toets (met de ingestelde parameter kan worden geschakeld tussen voorwaarts en achterwaarts)
Voorwaarts (FW)/achterwaarts (RV) (Als functies voor ingangsklemmen zijn toegewezen)
3-draads ingang toegestaan (als functies voor ingangsklemmen zijn toegewezen)
Ingesteld door RS485-communicatie (maximum: 115,2 kbps)
11 klemmen (klem A of B accepteert een pulstrein)
FW (voorwaartse rotatie)/RV (achterwaartse rotatie), CF1~4 (multi-speed 1~4), SF1~7(multi-speed bit 1~7), ADD (trigger voor
toevoegen frequentie), SCHG (Commandowijziging), STA (3-draadse start)/STP (3-draadse stop)/F_R (voorwaarts/achterwaarts met
3 draden), AHD (analoog commando aanhouden), FUP (externe bediening aan)/FDN (externe bediening uit), UDC (wissen externe
gegevens), F-OP (geforceerde handeling), SET (2e motor), RS (reset), JG (joggen), DB (extern gelijkstroomremmen), 2CH (2-fase
acceleratie/vertraging), FRS (vrijloop stoppen), EXT (extern uitschakelen bij een fout), USP (bescherming tegen onbedoeld starten),
CS (schakelen commerciële stroomtoevoer), SFT (software-vergrendeling), BOK (rembevestiging), OLR (selectie overbelastings-
beperking), KHC (wissen verzameld ingangsvermogen), OKHC (verzamelde ingangen), PID (PID1 uitschakelen), PIDC (reset PID1-
integratie), PID2 (PID2 uitschakelen), PIDC2 (reset PID2-integratie), SVC1~4 (PID1 meertraps doelwaarde 1~4), PRO (wijziging PID-
versterking), PIO (wijziging PID-uitgang), SLEP (SLEEP trigger)/WAKE (WAKE trigger), TL (koppellimiet inschakelen), TRQ1/2
(koppellimiet 1/2), PPI (P/PI schakelen), CAS (regelversterking schakelen), SON (Servo-ON), FOC (forceren), ATR (invoeren
koppelcommando inschakelen), TBS (koppelafwijking inschakelen), ALP (positioneren auto-leren), LAC (LAD annuleren), PCLR
(wissen positie-afwijking), STAT (90°-faseverschuiving inschakelen), PUP (toevoegen positie-afwijking), PDN (aftrekken positie-
afwijking), CP1~4 (meertrapspositie 1~4), ORL (functie hominglimiet), ORG (functie homingtrigger) FOT (voorwaarts stoppen),
ROT (achterwaarts stoppen), SPD (wijzigen snelheid/positie), PSET (vooraf ingestelde positiegegevens), Mi1~11 (algemene
ingangen 1~11), PCNT (pulsteller), PCC (wissen pulsteller), ECOM (activering EzCOM), PRG (starten EzSQ-programma), HLD
(Acceleratie/vertraging stoppen), REN (signaal beweging inschakelen). DISP (schermvergrendeling), PLA (pulstrein ingang A), PLB
(pulstrein ingang B), DTR (startsignaal gegevenstracering) enz., de rest is beschreven in 4-34 "lijst met functies ingangsklemmen".
P+/P-: 24 VDC-ingang (toegestane ingangsspanning: 24 V ± 10%)
2 klemmen (gelijktijdige invoer)
1 klem (PTC-/NTC-weerstand toegestaan)
0~20 mA ingesteld door de ingangsstroom (ingangsimpedantie: 100 Ω)
-10~10 V gelijkstroom ingesteld door de ingangsspanning (ingangsimpedantie: 10 kΩ)
16 multi-toerental (met behulp van de slimme ingangsklem)
Maximum 32 kHz×2
*4) Als met de beschermende functie de IGBT-fout [E030] optreedt, kan
dit zijn veroorzaakt door de kortsluitbescherming, maar dit kan ook
optreden als de IGBT beschadigd is. Afhankelijk van de bedrijfsstatus
van de frequentieregelaar kan in plaats van de IGBT-fout ook de
overstroomfout [Er001] optreden.
*5) De maximale uitgangsfrequentie voor hetanaloge ingangssignaal
Ai1/Ai2 is aangepast op 9,8 V voor de ingangsspanning en 19,6 mA
voor de ingangsstroom. Gebruik de functie analoog starten/stoppen
om de specificatie aan te passen.
7-3
Specificaties